Blijf op de hoogte van het nieuws
De arbeidsproductiviteit ligt in Limburg nog steeds 15% onder het Vlaamse gemiddelde. Op termijn kan dit de concurrentiepositie van onze bedrijven vooral in de maaksector aantasten. Gedeputeerde van Economie en POM-voorzitter Tom Vandeput: “De maaksector is nog steeds een sterkhouder in de Limburgse economie. De sector kan alleen maar blijven zorgen voor welvaart en jobs in onze provincie als onze maakbedrijven kunnen wedijveren met hun concurrenten in Europa en de wereld. Slimmer en efficiënter produceren is de uitdaging. In het kader van onze economische groeistrategie SALKturbo hebben al 27 projecten kunnen rekenen op 28,5 miljoen euro steun om bedrijven te ondersteunen in het versterken van de competitiviteit en in de digitale transitie.”
Met COBOTASSIST starten we nu een nieuw uniek project op. Met dit project worden kmo’s begeleid om hun nabewerkingsoperaties te automatiseren. 70% van de producten uit kunststof en staal moeten nabewerkt worden om de gewenste eindkwaliteit te halen. De nabewerking vertegenwoordigt gemiddeld 20% van de totale productietijd en 10 tot 15% van de productiekost. Gedeputeerde Tom Vandeput: “De inzet van cobots kan hier zorgen voor een grote winst. Met het project COBOTASSIST gaan we bedrijven informeren over de technische mogelijkheden van geautomatiseerd nabewerken, medewerkers opleiden en bedrijven financieel ondersteunen via een vouchersysteem. Er worden ook drie mobiele cobotcellen en een lerende netwerk ontwikkeld.”
Hiervoor combineren we de expertise van Limburgse actoren met kennis van over de grens. POM Limburg, het kenniscentrum voor de technologische industrie Sirris en SyntraPXL bundelen de krachten met Fontys Hogeschool, de branchevereniging van de Nederlandse high-sector High Tech NL, Avans Hogeschool en het smart industry fieldlab Breda Robotics. Het totale projectbudget bedraagt 2,8 miljoen euro waarvan het Interreg programma Vlaanderen-Nederland de helft financiert. Het provinciebestuur legt 370.000 euro op tafel.
Er is een groeiende marktvraag voor productie op maat. Klanten van de maakbedrijven willen kwalitatieve gepersonaliseerde producten aan een zo laag mogelijke kost en met korte levertijden. Met de traditionele productieprocessen en nabewerking van producten in kunststof of staal is dit niet haalbaar waardoor bedrijven vaak opdrachten mislopen. 80% van de nabewerking verloopt nog steeds manueel. De nabewerking zijn vuile, saaie en belastende taken die ook gezondheidsrisico’s voor de medewerkers veroorzaken.
“Collaboratieve robots of cobots kunnen dit tot een minimum herleiden en nabewerkingsprocessen een stuk efficiënter en rendabeler maken. Vooral voor maatwerk bij kleinere oplages en voor repetitieve en fysiek zware taken is dit erg interessant. Door dit over te nemen, wordt het werk nauwkeuriger en consistenter uitgevoerd. Dit type van robots wordt ingezet naast de nabewerkingsassistent en de ervaring van de operator. Cobots verschillen hiermee van robots die vooral geschikt zijn om autonoom te werken bij grote reeksen”, stelt Walter Auwers, Business Unit Manager Advanced Manufacturing: “Voor het aanschaffen van een cobot moet men vandaag 70.000 tot 100.000 euro op tafel leggen. Dat is veel geld, maar als de operator de productiviteit daarna met een factor 3 kan verhogen, is de investering na verloop van tijd relatief.”
Time is money
Bij bedrijven en zeker kmo’s bestaat er nog een zekere argwaan om deel te nemen aan projecten waarvan ze het nut of de financiële uitkomst niet onmiddellijk zien. Daarom wordt eerst een beperkte bevraging georganiseerd om de behoeften en uitdagingen m.b.t. het nabewerken van werkstukken, opleidingsnoden, nood aan praktische ondersteuning scherper te stellen. De ervaringen van early adopters, bedrijven die al een cobot hebben ingeschakeld, worden verzameld en in een digitaal inspirerend casebook gedeeld met Limburgse bedrijven.
Er worden ook drie mobiele demonstratoren ontwikkeld in de applicatielabo’s van Sirris, Fontys en Breda Robotics. “Onze cobot focust op het schuren van werkstukken. De cel beschikt over een manuele toolwisselaar en een pneumatische spindel voor bewerkingen. Bovendien is de cel uitgerust met geïntegreerde stofafzuiging en geavanceerde 2D Lidar technologie voor veiligheid. De unit is geschikt voor meerdere use-cases en kan eenvoudig ter plaatse worden ingezet bij bedrijven. Samen met de andere demonstratoren zullen ze gebruikt worden om workshops en doorgedreven opleidingen te geven die inzoomen op de technologische mogelijkheden van geautomatiseerde nabewerking”, aldus Walter Auwers, projectverantwoordelijke van Sirris.
Vouchersysteem
Gedeputeerde van Economie Tom Vandeput: “Met het project willen we de drempels bij bedrijven om zelf effectief aan de slag te gaan met cobots in hun productie zoveel mogelijk wegnemen. Daarvoor zetten we een vouchersysteem op. Via een voucher krijgen de bedrijven naast ondersteuning en coaching door de partners gedurende twee weken de mobiele demonstrator in hun bedrijf. Zo kunnen ze zelf met de eigen medewerkers een nabewerkingscase uitwerken en testen. Door deze on the floor werking krijgen bedrijven een beter inzicht in de ROI-kansen van een investering in een cobot. Omwille van die hands on werking geven we vanuit het provinciebestuur 370.000 euro financiële steun.”
Bedrijven dienen wel te voldoen aan een aantal criteria: kmo, geografische spreiding, bereidheid tot het delen van de resultaten, engagement om de medewerkers vrij te maken om te werken met de demonstrator, …
Ook aan opleiding wordt gewerkt. Cobots werken niet autonoom. Er zijn goed opgeleide operatoren nodig. Er wordt daarom een specifiek opleidingsprogramma ‘gecobotiseerd nabewerken’ uitgewerkt. Voor een aantal thema’s worden modules opgesteld: programmeren van cobots, veilige mens/robot samenwerking, technologie adoptie en acceptatie,… Hierbij wordt AI maximaal ingezet,” stelt Roald Swerts, projectmanager en businessdeveloper bij SyntraPXL.
Tijdens en na het project wordt ook een concreet actieplan voor de lange termijn opgesteld. POM Limburg is hiervoor verantwoordelijk. Gedeputeerde en POM-voorzitter Tom Vandeput: “Met een intensief programma van workshops, bezoeken aan de demonstrator, roadshows, speeddates en minibeurzen willen we zo veel mogelijk bedrijven bereiken en in contact brengen met bestaande aanbieders van cobottechnologie. Dankzij het lerend netwerk dat we uitbouwen, blijft de expertise van over de grens ook na het project beschikbaar voor Limburgse bedrijven.”