Cijfer in de kijker

Nieuw record: bijna 100.000 zelfstandige ondernemers in Limburg

Steeds meer Limburgers kiezen voor het zelfstandig ondernemerschap. Eind 2023 telde de provincie in totaal 99.750 zelfstandigen, een absoluut record. In vergelijking met een jaar voordien gaat het om een toename van 2%. Op 10 jaar tijd loopt de groei op tot maar liefst 30%, wat vergelijkbaar is met de gemiddelde groei in Vlaanderen (+29%). Limburg behaalt daarmee een aandeel van 12,5%, of 1 op 8, in het zelfstandig ondernemerschap in Vlaanderen. Dat ligt in lijn met het Limburgse aandeel in de globale Vlaamse tewerkstelling en bedrijvigheid. Zelfstandige ondernemers vormen dus een belangrijke bouwsteen van onze economie.

Forse stijging aantal zelfstandigen actief na pensioen

Van de bijna 100.000 Limburgse zelfstandigen doen er nagenoeg 60.000 dat in hoofdberoep, ruim 28.000 in bijberoep en bijna 12.000 zijn als zelfstandige actief na pensioen. In vergelijking met Vlaanderen telt Limburg verhoudingsgewijs iets meer zelfstandigen in bijberoep en na pensioen, en iets minder in hoofdberoep. Het aantal zelfstandigen in hoofdberoep – veruit de grootste groep dus – nam tussen 2013 en 2023 in Limburg toe met ruim 17% en in Vlaanderen met 18%. De afgelopen tien jaren is vooral het aantal zelfstandigen na pensioen fors gestegen, in Limburg (+77%) nog iets sterker dan in Vlaanderen (+75%). In bijberoep was de procentuele toename dan weer heel wat sterker in Vlaanderen (+45%) dan in Limburg (+38%). Daarbij dient opgemerkt te worden dat niet iedereen met een zelfstandig statuut in bijberoep of na pensioen ook nog daadwerkelijk actief is als zelfstandige.

In wat volgt worden enkel de zelfstandigen in hoofdberoep geanalyseerd.

Meer mannen dan vrouwen

Eind 2023 telde Limburg 21.514 vrouwelijke zelfstandigen in hoofdberoep en 38.164 mannelijke. Dat brengt de procentuele verdeling op 36,1% vrouwen en 63,9% mannen. Omdat het aantal zelfstandigen de afgelopen 10 jaar iets sterker steeg bij de mannen dan bij de vrouwen, heeft het aandeel van de vrouwen tussen 2013 en 2023 een klein beetje terrein moeten prijsgeven. Verhoudingsgewijs zijn er in Limburg wel iets meer vrouwelijke zelfstandigen dan gemiddeld in Vlaanderen, waar eind vorig jaar 35,0% van de zelfstandigen een vrouw was tegenover 65,0% mannen. Ook in Vlaanderen is het aandeel van de vrouwen de afgelopen jaren licht teruggevallen.

Meeste zelfstandigen zijn vijftiger

Zowel in Limburg als in Vlaanderen vormen de 50- tot 59-jarigen de grootste groep onder de zelfstandigen in hoofdberoep. Eind 2023 zat 28,1% van de Limburgse zelfstandigen in die leeftijdsgroep, quasi evenveel als in Vlaanderen. Met een aandeel van 27,0% vormen de veertigers de tweede grootste groep. Opvallend is wel dat hun aantal, als enige leeftijdscategorie, lager ligt dan 10 jaar geleden. In Limburg daalde het aantal zelfstandige veertigers met 1,1% en in Vlaanderen met 2,8%. De relatief kleinste groepen zelfstandigen zijn ietwat logischerwijs terug te vinden bij de jongeren tot 30 jaar en bij de 60-plussers (mede omdat het statuut ‘actief na pensioen’ hier niet wordt meegenomen). Maar dat zijn wel de twee leeftijdscategorieën die procentueel het sterkst groeiden. In 2023 zijn er bijna 7.000 Limburgse zelfstandigen jonger dan 30 jaar. Dat zijn er zo’n 1.800 meer dan in 2013, ofwel een toename van 34,5%. Gemiddeld in Vlaanderen was de groei nog sterker (+44,8%). Bij de 60-plussers groeide het aantal zelfstandigen in hoofdberoep verhoudingsgewijs dan weer iets sterker in Limburg (+43,3%) dan in Vlaanderen (+40,1%). Eind 2023 zijn bijna 6.000 zelfstandigen in hoofdberoep in Limburg ouder dan 60 jaar.

Handel is het grootst, recreatiesector groeit het sterkst

Ruim 1 op 5 Limburgse zelfstandigen in hoofdberoep (21,0%) is actief in de handel en dan vooral in de detailhandel. Dat is vergelijkbaar met Vlaanderen, maar opvallend is wel dat de sector een aanzienlijk deel van haar aandeel heeft moeten prijsgeven de afgelopen jaren. Zo was de handel in 2013 in Limburg nog goed voor 24,1% van het aantal zelfstandigen en in Vlaanderen zelfs voor 25,4%. Ook de horeca, goed voor 9,2% van de Limburgse zelfstandigen, heeft de laatste 10 jaar aan sectoraandeel moeten inboeten. Samen met de industrie is de horeca overigens de enige sector die in 2023 in Limburg minder zelfstandigen telt dan in 2013. In Vlaanderen is dat alleen voor de handel het geval.

Waar verliezers zijn, zijn ook winnaars. In absolute aantallen zijn dat de vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten. In die sector ging het aantal zelfstandigen van zo’n 7.000 in 2013 naar nagenoeg 10.000 in 2023. Hun aandeel in het totaal aantal zelfstandigen steeg daardoor van 13,7% naar 16,7%, wat wel nog steeds lager is dan gemiddeld in Vlaanderen (18,7%). In de bouw en bij de persoonlijke diensten (bv. haar- en lichaamsverzorging) kwamen er telkens iets meer dan 2.000 zelfstandigen bij op 10 jaar tijd. De grootste procentuele stijging kwam echter op conto van de sector kunst, amusement en recreatie (+52,6%), de persoonlijke diensten volgen op een tweede plaats (+44,5%). Gemiddeld steeg het aantal zelfstandigen in Limburg tussen 2013 en 2023 met 17,4%.

 


Voor meer gedetailleerde sociaaleconomische cijfers voor Limburg kan je steeds contact opnemen met de dienst Kennis & Data op 011 300 100 of info@pomlimburg.be.

Publicatiedatum: 9 december 2024

Dit kan je ook interessant vinden

© POM Limburg 2024
POM Limburg voert het sociaaleconomisch beleid van de provincie Limburg uit.
limburg