Blijf op de hoogte van het nieuws
KPI’s SALKturbo
Key.’ ‘Performance.’ ‘Indicator.’ Kortweg KPI of in het Nederlands ‘Kritische Prestatie-Indicator’. De term werd zo’n 60 jaar geleden voor het eerst gebruikt door adviesbureau McKinsey en is inmiddels een vaste waarde in de strategie van zowat elke onderneming. Aan de hand van KPI’s kunnen bedrijven en organisaties aflezen of ze op koers liggen van hun operationele doelstellingen. Het economische actieplan voor Limburg, SALKturbo, wil aan de hand van vier prioriteiten en twaalf ambitielijnen van Limburg een Vlaamse en Europese voorsprongregio maken. Met dat doel voor ogen kunnen KPI’s natuurlijk niet ontbreken.
Onder leiding van professor Piet Pauwels, de decaan van de faculteit Bedrijfseconomische wetenschappen van de Hasseltse Universiteit, nam een team van POM Limburg en UHasselt SALKturbo nauwgezet onder de loep. Met resultaat. In de natte zomer van 2021 presenteerde het team een nulmeting met voor elke ambitielijn uit SALKturbo een set van KPI’s. In deze sociaaleconomische indicatoren wordt de prestatie en evolutie van Limburg telkens vergeleken met die van Vlaanderen en andere vergelijkbare Europese regio’s. Samen met de verschillende stakeholders binnen de SALKturbo-taskforce werden hier vervolgens meetbare doelstellingen aan gekoppeld. De monitoring van deze indicatoren moet objectieve inzichten geven over hoe de ambities in de komende jaren worden gerealiseerd. We nemen je graag mee op enkele groeipaden voor de Limburgse economie.
Rijk maakt rijker
Eén van de belangrijkste conclusies uit de sociaaleconomische analyse van het SALKturboplan, was dat de Limburgse arbeidsproductiviteit sterk achterop hinkt ten opzichte van de rest van Vlaanderen. Bovendien werd het verschil de afgelopen jaren enkel maar groter. Die trend moeten we keren om de economische competitiviteit en welvaart van onze provincie te garanderen.
Niet toevallig luidt de eerste prioriteit in SALKturbo een ‘Competitief Limburg’. “Toch mogen we zeker niet denken dat we die kloof binnen enkele jaren kunnen dichten, zo eenvoudig is dat niet”, stelt professor Piet Pauwels. “Rijk maakt in dit geval rijker. Hoe hoger de arbeidsproductiviteit, hoe meer middelen er zijn om opnieuw te investeren in betere machines of arbeidsoptimalisatie, die op hun beurt opnieuw de productiviteit verhogen. Voor een regio met een lagere arbeidsproductiviteit is het daarom moeilijker om een inhaalbeweging te maken, kijk maar naar het aanhoudende verschil tussen Vlaanderen en Wallonië. We rekenen er niettemin op dat mede dankzij SALKturbo tegen 2028 de kloof tussen Limburg en Vlaanderen niet meer verder toeneemt. Daarna willen we onze achterstand verkleinen, met als streefdoel een kloof van minder dan 15%. In 2020 lag de arbeidsproductiviteit in Limburg 15,8% lager dan in Vlaanderen en tussen 2015 en 2020 was het verschil toegenomen met één procentpunt.”
‘De economische kloof binnen enkele jaren dichten? Zo eenvoudig is dat niet!’
Professor Piet Pauwels, decaan Bedrijfseconomische Wetenschappen UHasselt
30.000 bijkomende jobs
Om Limburg competitiever te maken stelt de taskforce van SALKturbo nog een aantal andere ambities voorop. Via een brede spreiding van de middelen over de Limburgse bedrijven, moet onze provincie ernaar streven om tegen 2028 een duurzaam aandeel van 11% te verwerven in de Vlaamse steun voor Onderzoek en Ontwikkeling. In 2019 bedroeg dat Limburgse aandeel 7,1%. Voorts beoogt men dat tegen 2028 meer dan de helft van de Limburgse jongeren tussen 18 en 24 jaar kiest voor hoger onderwijs. In 2019 was dat 48,5%. Bijzondere aandacht gaat daarbij uit naar een verhoging van de STEM-gediplomeerden. Ook inzake export en directe buitenlandse investeringen wordt een groeiversnelling vooropgesteld, uiteraard onder impuls van het team welkommanagement van POM Limburg.
Dat alles moet uiteindelijk leiden tot meer jobs in onze provincie. En dat met een duidelijke doelstelling: minimaal 30.000 bijkomende jobs tussen 2019 en 2025. “Limburg heeft een aandeel van 12,5% in de Vlaamse loontrekkende werkgelegenheid”, zegt gedeputeerde voor Economie en voorzitter van POM Limburg Tom Vandeput. “Dat komt ongeveer overeen met ons aandeel in de Vlaamse bevolking op arbeidsleeftijd. Het eerste doel is dan ook om dit aandeel minimaal te behouden. Als we gelijke tred kunnen houden met Vlaanderen en ons groeiritme van de afgelopen jaren aanhouden, dan komen er tussen 2019 en 2025 meer dan 30.000 jobs bij. Al mag het altijd meer zijn natuurlijk.”
Maar wie gaat al die jobs invullen? Bedrijven vinden nu al geen nieuwe mensen meer. “Vandaar dat we naast een competitief Limburg ook een inclusief Limburg als prioriteit vooropstellen”, gaat Vandeput verder. “We willen in onze provincie een arbeidsmarkt die niemand achterlaat en waarin elk talent kansen heeft om te groeien. Dat begint op de schoolbanken. Momenteel heeft meer dan één op tien kinderen in het lager onderwijs in Limburg een schoolse achterstand. Dat aantal moet omlaag. Via een evenwichtige balans aan onderwijsvormen in het secundair onderwijs mikken we op een daling van het aantal Limburgse jongeren dat zonder diploma secundair onderwijs de schoolbanken verlaat. In vergelijking met andere Europese regio’s kunnen we op dat vlak nog heel wat winst boeken. Met een ruimer jobaanbod willen we die talenten ook in Limburg houden en talenten van buiten Limburg aantrekken zodat we de ‘braindrain’ omkeren naar een ‘braingain’. Uiteraard kan ook een sterk uitgebouwd hoger onderwijs in onze provincie daarbij niet ontbreken.”
‘Hoe hoger de arbeidsproductiviteit, hoe meer middelen er zijn om opnieuw te investeren in betere machines of arbeidsoptimalisatie, die op hun beurt opnieuw de productiviteit verhogen.’
Professor Piet Pauwels, decaan Bedrijfseconomische Wetenschappen UHasselt
Werkzaamheidsgraad van 75% in 2028
Meer jobs en meer Limburgers aansluiting laten vinden bij de arbeidsmarkt, het moet uiteindelijk leiden tot een forse, maar noodzakelijke verhoging van de werkzaamheidsgraad in de provincie. Dit is het percentage werkenden onder de bevolking tussen 20 en 64 jaar. En, het dient gezegd, Limburg scoort op dat vlak momenteel eerder belabberd in vergelijking met de rest van Vlaanderen. In 2020 bedroeg de Limburgse werkzaamheidsgraad 71,9%. Gemiddeld in Vlaanderen was dat 74,7%. Koploper in Vlaanderen is Oost-Vlaanderen met een werkzaamheidsgraad van 77,1%. Maar ook die andere perifere provincie, West-Vlaanderen, scoort met 76,5% beduidend beter dan Limburg. Vlaanderen heeft zich het ambitieuze doel gesteld om tegen 2030 een werkzaamheidsgraad van 80% te behalen.
Limburg wil de kloof met Vlaanderen geleidelijk wegwerken en stelt een werkzaamheidsgraad van 75% voorop tegen 2028. Maar is dat realistisch? “Om in 2028 een globale werkzaamheidsgraad van 75% te behalen moet Limburg elk jaar 0,5 procentpunt bijwinnen”, weet professor Piet Pauwels. “Om een idee te geven, in de periode 2017-2019 was die groei gemiddeld 0,2 procentpunt per jaar. Ambitieus dus, maar niet onrealistisch. De werkloosheid in Limburg is even laag als in Vlaanderen, dus daar lijkt niet veel winst meer te halen. Het potentieel in Limburg ligt vooral bij de grote groep niet-beroepsactieven. Mensen die dus niet aan het werk zijn en ook niet op zoek zijn naar werk, om welke reden dan ook. Van de laaggeschoolde Limburgers is nauwelijks de helft aan het werk. Dat geldt ook voor de 55- tot 64-jarigen, waar het verschil met Vlaanderen opvallend groot is. Vooral in deze twee groepen moet Limburg een aanzienlijke inhaalbeweging maken tegenover de rest van Vlaanderen. De huidige krapte op de arbeidsmarkt kan daarbij helpen. Werkgevers zullen ongetwijfeld breder moeten rekruteren en via begeleiding en bijscholing werknemers aantrekken of behouden. Een hogere werkzaamheidsgraad zullen we dan ook vooral realiseren door de inzetbaarheid te verhogen van zij die momenteel niet op de arbeidsmarkt geraken.”
Vier op tien heeft beperkte digitale vaardigheden
Een struikelblok om terug aansluiting te vinden bij de arbeidsmarkt is vaak de beperkte kennis van ICT. Digitale vaardigheden zijn cruciaal op de arbeidsmarkt van vandaag. Het solliciteren zelf is meer en meer gedigitaliseerd, kennis van softwareprogramma’s is tegenwoordig bijna standaard terug te vinden in vacaturebeschrijvingen en jobs waarin je niet in aanraking komt met ICT of digitale tools zijn vandaag eerder een zeldzaamheid.
Probleem is echter dat een grote groep mensen niet eens over digitale basisvaardigheden beschikt om op de arbeidsmarkt terecht te kunnen. Via een grootschalige enquête van Statbel uit 2019 werd nagegaan in hoeverre iemand online informatie kan verwerken, online kan communiceren, digitaal problemen kan oplossen en met software kan omgaan. Uit de resultaten bleek dat 63% van de Limburgers tussen 16 en 74 jaar over basis- of gevorderde digitale vaardigheden beschikt. Dat wil zeggen dat 37%, of bijna vier op tien Limburgers, minder of helemaal niet vertrouwd is met digitale toepassingen. In Vlaanderen gelden overigens dezelfde percentages.
“De digitalisering van onze economie, en eigenlijk van onze hele maatschappij, is het afgelopen decennium in een stroomversnelling geraakt”, zegt gedeputeerde Tom Vandeput. “Bovendien heeft de verspreiding van het coronavirus het tempo van die versnelling nog gevoelig verhoogd. Een grote groep mensen dreigt daardoor zowel economisch als maatschappelijk uit de boot te vallen. Het is onze ambitie om iedere Limburger digitaal geletterd te maken, thuis en daarbuiten.
Via gerichte SALKturbo-acties willen we hiertoe bijdragen en mikken we erop dat binnen zes jaar driekwart van de Limburgse 16- tot 74-jarigen over voldoende digitale basisvaardigheden beschikt. Maar ook de Limburgse bedrijven willen we ondersteunen in hun verdere stappen richting digitalisering. De afgelopen weken hebben de provincie Limburg, Universiteit Hasselt en POM Limburg met een groots opgezette enquête gepeild naar de graad van digitalisering in Limburgse bedrijven. Dat ging van de ontwikkeling van een eigen website tot bijvoorbeeld de inzet van artificiële intelligentie. Op basis van de resultaten krijgen we een goed beeld van waar we vandaag staan en zullen we binnen SALKturbo doelgerichte acties ondernemen om bedrijven te ondersteunen bij hun verdere stappen in de digitale economie. Later dit jaar zullen we ook peilen naar de mate van digitalisering in de zorg, zowel bij zorgverleners als bij burgers.”
Bedrijventerreinen zijn enorme troef voor Limburg
De KPI’s en bijhorende ambities voor een meer competitieve, inclusieve en digitale Limburgse economie kennen we nu al. Maar hoe zit het met die vierde prioriteit uit het SALKturboplan: een duurzaam Limburg? Wel, alvast op energievlak doet Limburg het vrij goed in vergelijking met Vlaanderen. De boodschap is dan ook om onze voorsprong minimaal te behouden en liefst nog te vergroten. De energiegerelateerde CO2-emissie daalde de afgelopen jaren sterker in Limburg dan in Vlaanderen. Als we dat aanhouden is het mogelijk om al tegen 2025 het Limburgs aandeel in de Vlaamse CO2-uitstoot onder de 12% te brengen. Door die sterkere daling heeft Limburg de afgelopen jaren ook haar bruto binnenlands product (bbp) per ton CO2-emissie sterker kunnen verhogen dan Vlaanderen. Toch gaapt er nog steeds een kloof van zowat 6% tussen Limburg en Vlaanderen. Uiterlijk tegen 2028 wil Limburg die achterstand gedicht hebben.
‘Of ik nog rustig slaap? (lacht) Als een roos. Kijk, ons engagement en geloof in SALKturbo is rotsvast. Ook het sterke vertrouwen in de Limburgse bedrijven, kennisinstellingen en werknemers. Weet je, Limburg beschikt over sterke troeven om economisch te excelleren.’
Gedeputeerde voor Economie en POM-voorzitter Tom Vandeput
De CO2-emissie verder omlaag halen gaat gepaard met een verhoging van de productie van groene stroom. Vandaag is Limburg goed voor meer dan een vijfde van de totale productie van groene stroom in Vlaanderen (wind, zon, water, biomassa, biogas). De gemiddelde jaarlijkse groei was de afgelopen jaren wel iets sterker in Vlaanderen. Om haar relatief hoge aandeel te behouden moet Limburg minimaal de Vlaamse groeitrend volgen.
Een grotere uitdaging zien we in de economische valorisatie van onze bedrijventerreinen. In 2020 lag de economische waardecreatie in bbp per hectare bedrijventerrein in Limburg meer dan de helft of zo’n 54% lager dan in Vlaanderen. Bovendien boekte Vlaanderen de afgelopen jaren meer vooruitgang dan Limburg, waardoor de kloof nog groter werd. “Van alle Vlaamse provincies heeft Limburg veruit de meeste ruimte om te ondernemen”, gaat Professor Pauwels verder. “Het actief aanbod aan bedrijventerreinen in Vlaanderen bedraagt vandaag 745 ha. Daarvan ligt ruim 525 ha of 70% in Limburg. Logischerwijze is de bezettingsgraad van de bedrijventerreinen in Limburg (79,6%) dan ook beduidend lager dan gemiddeld in Vlaanderen (84,9%). Minder bezetting betekent doorgaans ook minder creatie van waarde (bbp). Tel daarbij de lagere arbeidsproductiviteit in Limburg en je hebt al een groot deel van de verklaring voor de Limburgse achterstand. Tegelijkertijd is het beschikbare aanbod aan bedrijventerreinen een enorme troef in de economische acquisitie van Limburg, waardoor het zeker mogelijk is om in de komende jaren de kloof te verkleinen. Limburg moet haar beschikbare ruimte slim en duurzaam inzetten.”
Aan de slag
Doel van SALKturbo is het versterken van het Limburgs economisch weefsel binnen Vlaanderen en Europa. In welke mate dit lukt, moet blijken uit de KPI’s en de daaraan verbonden ambities. Wanneer binnen enkele jaren de eindbalans van de KPI’s wordt gemaakt, zal moeten blijken dat SALKturbo de Limburgse economie een stevige duw in de rug heeft gegeven. “Of ik nog rustig slaap? (lacht) Als een roos. Kijk, ons engagement en geloof in SALKturbo is rotsvast. Ook het sterke vertrouwen in de Limburgse bedrijven, kennisinstellingen en werknemers. Weet je, Limburg beschikt over sterke troeven om economisch te excelleren. We weten waar we een tandje moeten bijsteken en op welke vlakken we het goede werk moeten aanhouden. Daarmee gaan we nu aan de slag. Inmiddels zijn al verschillende SALKturboprojecten opgestart en heel wat andere staan in de steigers. Eerder dit jaar keurde de Vlaamse regering de uitvoering van vier Europese steunprogramma’s goed. De volgende zes jaar kan Limburg rekenen op 200 miljoen euro Europese steun, wat door cofinanciering van projectpartners oploopt tot zo’n 340 miljoen euro. Met de Limburgse eensgezindheid rond SALKturbo en de steun van Europa en Vlaanderen zullen we onze ambitie om van Limburg een Vlaamse en Europese voorsprongregio te maken, zeker waarmaken.”