Blijf op de hoogte van het nieuws

STEM-opleidingen goed voor slechts 1 op 5 diploma’s bij Limburgers in het hoger onderwijs
Terwijl de Limburgse arbeidsmarkt schreeuwt om wetenschappelijke en technisch gevormde profielen, wint het STEM-onderwijs nauwelijks aan populariteit. Integendeel, het aandeel leerlingen dat in het secundair onderwijs een STEM-richting volgt, nam zowel in Limburg als in Vlaanderen de laatste jaren zelfs af. En ook vanuit het hoger onderwijs blijft de uitstroom van STEM-profielen beperkt. Ongeveer één op vijf (20,4%) van de Limburgse studenten studeert af met een diploma in een STEM-richting. Een ambitieuze aanpak dringt zich op.
POM Limburg dook in de cijfers van de STEM-monitor die Onderwijs Vlaanderen recent publiceerde. In het schooljaar 2023-2024 telde de Vlaamse onderwijsadministratie 39.240 Limburgse leerlingen in de 2de en 3de graad van het middelbaar onderwijs. Ongeveer 14.500 van hen waren ingeschreven in een STEM-studierichting, waar de focus ligt op wetenschappen, techniek, technologie of wiskunde. Dit is verhoudingsgewijs – met een aandeel van 36,9% – net iets meer dan gemiddeld in Vlaanderen (36,4%). Beide percentages liggen wel nog vrij ver af van het Vlaamse streefcijfer van 40,25% tegen het schooljaar 2030-2031. Gedeputeerde voor Economie en voorzitter van POM Limburg Tom Vandeput: “Nog zorgwekkender is dat de cijfers al voor het derde jaar op rij achteruit gaan en dat de populariteit van STEM in het secundair onderwijs dus afneemt, terwijl de nood aan technisch talent op de arbeidsmarkt steeds meer toeneemt.”
Vooral TSO kent terugval
De onderwijsvorm in het middelbaar met verhoudingsgewijs de minste STEM-leerlingen is die van de ‘dubbele finaliteit’ of het TSO. Hoewel men anders zou kunnen vermoeden, omvat het TSO immers ook heel wat ‘niet-technische’ studierichtingen zoals maatschappij en welzijn, economie en organisatie of sport. In totaal volgde 31,6% van de leerlingen in het TSO een STEM-richting. Twee jaar geleden was dat nog 34%. Ook in het BSO, of de richtingen ‘arbeidsmarktfinaliteit’, was er sprake van een vrij sterke terugval. Vorig schooljaar volgde 36% van de Limburgse ‘beroepsleerlingen’ een STEM-opleiding. Het ASO of de ‘doorstroomfinaliteit’ volgt de omgekeerde trend en kende tot vorig schooljaar een toegenomen populariteit van STEM. In 2023-2024 volgde 47% van de Limburgse leerlingen in het ASO een STEM-richting.
Kleine kloof met Vlaanderen in het hoger onderwijs
Ook in het hoger onderwijs valt weinig beterschap te noteren in het aandeel jongeren dat afstudeert in STEM. Vorig academiejaar studeerde 20,4% van de Limburgse studenten uit het hoger onderwijs af met een diploma in een STEM-richting. Dat is nauwelijks meer dan het niveau van tien jaar terug (19,5%). Bovendien ontstond de laatste jaren een kleine kloof met het Vlaamse cijfer. Over heel Vlaanderen was er de afgelopen twee jaren – in tegenstelling tot Limburg – wel een lichte stijging. In het academiejaar 2023-2024 studeerde in heel Vlaanderen gemiddeld 21,6% van de studenten in het hoger onderwijs af in een STEM-richting (1,2 procentpunt meer dan in Limburg).
Professionele bachelors zijn minst STEM-georiënteerd
In de professionele bacheloropleidingen ligt het aandeel STEM het laagst. Slechts 14% van de Limburgse gediplomeerden in dit type opleidingen studeert af in een STEM-richting. Bij de academische bachelors loopt dat aandeel op tot 25%. In de graduaatsopleidingen is STEM goed voor 1 op 3 van de diploma’s die Limburgers behalen. Bij de masters tenslotte studeert een vijfde van de Limburgse studenten af in STEM. Opvallend is wel dat meer dan de helft van deze Limburgse STEM-gediplomeerde masters hun diploma behaalde buiten de eigen provincie.
Grote uitdaging
De recente resultaten van de STEM-monitor zijn dus weinig bemoedigend. Tegelijkertijd klinken de noodkreten naar technische profielen vanuit het bedrijfsleven steeds luider. Gedeputeerde voor Economie en voorzitter POM Limburg Tom Vandeput: “Onze economie heeft die STEM-profielen broodnodig om te blijven innoveren en om oplossingen te zoeken voor maatschappelijke uitdagingen zoals klimaatverandering, digitalisering, vergrijzing, enzovoort. Een kritische blik op de huidige situatie en een gerichte, ambitieuze aanpak voor de toekomst zijn meer dan ooit nodig om het tij te keren. Een sterke en duurzame samenwerking tussen overheden, onderwijspartners en bedrijfsleven is daarbij onontbeerlijk.”