Cijfer in de kijker
Naar 28,3 miljard euro toegevoegde waarde in Limburgse economie
De economische heropleving na corona en de stijgende verkoopprijzen hebben de bruto toegevoegde waarde in de Limburgse economie in 2021 naar een recordhoogte gestuwd. In totaal liep die op tot 28,3 miljard euro. Dat is maar liefst 2,5 miljard euro meer dan het jaar ervoor. In vergelijking met vijf jaren eerder gaat het zelfs om een stijging met 4,4 miljard euro ofwel een toename met 18,3%. Ook in Vlaanderen bereikte de toegevoegde waarde in 2021 een nieuwe piek, al bleef de stijging over de laatste vijf jaren (+17,5%) daar wel onder die van Limburg. Vooral de mindere evolutie van de toegevoegde waarde in de provincie Vlaams-Brabant is daarvan de oorzaak. Ondanks de stijging blijft Limburg een eerder bescheiden aandeel van 10,7% innemen in de totale Vlaamse toegevoegde waarde.
Bouwsector groeit het sterkst
Van de vijf hoofdsectoren realiseerde de commerciële dienstensector zowel in Limburg als in Vlaanderen het grootste bedrag aan bruto toegevoegde waarde. In Limburg ging het om 13,8 miljard euro in 2021, wat bijna de helft (48,7%) is van de totale toegevoegde waarde in de provincie. De publieke diensten waren in Limburg goed voor een toegevoegde waarde van 6,6 miljard euro, de industrie voor 5,4 miljard euro, de bouw voor 2,2 miljard euro en de landbouw voor 0,3 miljard euro. In vergelijking met Vlaanderen leveren in Limburg verhoudingsgewijs de openbare sector, de bouw en de landbouw een grotere bijdrage aan de toegevoegde waarde. In de industrie en vooral in de commerciële dienstensector is dat net omgekeerd.
De sector die haar toegevoegde waarde de afgelopen vijf jaren het sterkst zag groeien in Limburg is de bouwsector (+28,2%). Ook de landbouw wist haar toegevoegde waarde met ruim een kwart te verhogen. In de industrie was de stijging iets beperkter (+16,8%), maar deze sector bleek wel het veerkrachtigst tijdens corona. Ondanks een sterke terugval in 2020, wist de Limburgse industrie zich in 2021 zeer goed te herstellen waardoor de toegevoegde waarde bijna 12% hoger lag dan in 2019. Beduidend meer dan de gemiddelde stijging van de toegevoegde waarde in Limburg (+7,3%) en ook ruim boven die van de industrie in Vlaanderen (+11%). Op uitzondering van de publieke diensten wisten overigens alle sectoren tijdens corona beter stand te houden in Limburg dan gemiddeld in Vlaanderen.
Limburg verkleint achterstand in arbeidsproductiviteit
Gemiddeld realiseerde een werknemer in Limburg bijna 94.000 euro aan toegevoegde waarde in 2021. In Vlaanderen was dat bijna 110.000 euro. Het verschil in arbeidsproductiviteit blijft dus groot, maar toch wist Limburg de kloof de afgelopen jaren wat te verkleinen. In 2021 bedroeg de Limburgse achterstand 14,1%, maar in 2016 was dat nog 15,2%. Vooral tijdens de coronajaren 2020 en 2021 presteerde Limburg beter dan Vlaanderen. In vergelijking met 2019 steeg de arbeidsproductiviteit in 2021 in Limburg immers met 5,8%. In Vlaanderen was die groei een stuk lager (+4,2%).
In driekwart van de sectoren ligt de arbeidsproductiviteit lager dan in Vlaanderen
Het verschil in arbeidsproductiviteit tussen Limburg en Vlaanderen is het grootst in de sector van de vervaardiging van informatica- en elektronicaproducten. Limburg creëert in deze sector dubbel zoveel toegevoegde waarde per werknemer dan gemiddeld in Vlaanderen. In nog acht andere sectoren scoort Limburg beter dan Vlaanderen. Daarbij o.a. de reclamesector, de automobielnijverheid, de recreatiesector, de adviesbureaus en de menselijke gezondheidszorg. Om een voorbeeld te geven: een Limburgse werknemer in de automobielnijverheid realiseerde in 2021 10% meer toegevoegde waarde dan een Vlaamse collega. Opvallend is dat twee jaar eerder, voor corona, de arbeidsproductiviteit in de Limburgse automobielindustrie nog ruim 18% lager lag dan in de Vlaamse.
Dat wil meteen ook zeggen dat in 28 van de 37 beschouwde sectoren Limburg minder productief is dan Vlaanderen. Zo was de Limburgse handel, de sector die het meeste toegevoegde waarde genereert, bijna 11% minder productief dan haar Vlaamse tegenhanger. Toch wist Limburg in deze sector, net als in o.a. de logistiek, de afgelopen jaren een behoorlijk deel van haar achterstand goed te maken. In de administratieve en ondersteunende diensten liep het arbeidsproductiviteitsverschil tussen Limburg en Vlaanderen in 2021 op tot meer dan 25%. Andere sectoren van enige omvang met een grote productiviteitskloof op Vlaanderen waren de landbouw (−32,7%), de financiële sector (−22,6%), de energiesector (−21,6%) en de chemische industrie (−20,4%).
Een uitgebreide analyse van de bruto toegevoegde waarde en arbeidsproductiviteit in Limburg (en Vlaanderen) vind je in deze studie.
Wenst u een gedrukt exemplaar? Stuur dan een mail met uw gegevens naar info@pomlimburg.be.
Voor meer gedetailleerde sociaaleconomische cijfers voor Limburg kan je steeds contact opnemen met de kenniscel op 011 300 100 of info@pomlimburg.be.
Publicatiedatum: 11 september 2023