Cijfer in de kijker

Bijna 1 op 3 Limburgse werknemers werkt deeltijds

Limburgers werken vaker deeltijds dan de gemiddelde Vlaming. Het is binnen België zelfs de provincie met het hoogste aandeel deeltijds werkenden. Ook op Europees niveau scoort Limburg bovengemiddeld hoog. De meeste deeltijds werkenden vinden we verhoudingsgewijs terug in Nederland. In de Oost-Europese landen is parttime werken minder in gebruik. Dat blijkt uit recente cijfers van het Europees statistiekbureau Eurostat die POM Limburg kon inkijken[1].

Limburg heeft hoogste aandeel en sterkste groei in deeltijds werken

In 2023 werkte 31,7% van de loontrekkenden die in Limburg wonen op deeltijdse basis. Dat cijfer bleef de laatste tien jaar vrij stabiel, net als in de rest van Vlaanderen. In vergelijking met 20 jaar geleden, toen nog 23,5% van de Limburgers deeltijds werkte, is er wel een forse stijging. Het is zelfs de sterkste stijging van alle Belgische provincies. Mede daardoor is het aantal loontrekkenden dat deeltijds werkt verhoudingsgewijs het hoogste bij de Limburgers. Antwerpen, waar 29,4% van de werknemers deeltijds werkt, volgt op de tweede plaats. In Vlaams-Brabant is deeltijds werken minder in gebruik (21,6%), net als in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (21,0%) en in Henegouwen (19,9%). Gemiddeld werkte in 2023 in Vlaanderen 27,6% van de loontrekkenden op deeltijdse basis. In België lag dat aandeel op 26,0%.

Limburgse vrouwen werken even vaak deeltijds als voltijds

Zowel mannen als vrouwen werken in Limburg vaker deeltijds dan gemiddeld in Vlaanderen. Vrouwen zijn wel opvallend vaker aan de slag in een deeltijds arbeidsregime dan mannen. In Limburg is zelfs iets meer dan de helft van de vrouwen (50,4%) deeltijds tewerkgesteld. Dat is heel wat meer dan in Vlaanderen (42,9%). Zowel in Limburg als in Vlaanderen is dat aandeel de afgelopen tien jaren wel vrij fors gedaald. Zo was in Limburg in 2013 nog 56,2% van de loontrekkende vrouwen deeltijds aan de slag. Bij de mannen is er daarentegen wel sprake van een toenemende tendens. In 2013 werkte 10,9% van de mannelijke werknemers uit Limburg deeltijds, tien jaar later is dat 13,5%. Gemiddeld in Vlaanderen was het afgelopen jaar 12,6% van de mannen parttime aan het werk.

Deeltijds werken het populairst in Nederland

Het is interessant om ook de scores van de landen van de Europese Unie met elkaar te vergelijken[2]. Helemaal bovenaan staat Nederland waar liefst 45,7% van de loontrekkenden op deeltijdse basis werkt. Het land kent dan ook al jaren een sterke deeltijdcultuur. Ook in de naburige Nederlandse provincies Limburg en Noord-Brabant gaat het om een gelijkaardig percentage. Daarna volgen op grote afstand Oostenrijk (31,6%) en Duitsland (30,9%). Merk op dat Limburg (31,7%) op eenzelfde niveau zit als deze landen. Ook Vlaanderen (27,6%) en België (26,0%) scoren relatief hoog inzake deeltijds werk, zeker in vergelijking met het gemiddelde van de 27 EU-landen (19,1%). Dat gemiddelde wordt vooral naar beneden gehaald door de Oost-Europese landen, waar deeltijds werk vooralsnog veel minder gangbaar is.

Deeltijds werk vooral in horeca en zorg

Eurostat voorziet geen Limburgse cijfers over deeltijdse arbeid in de verschillende sectoren. Op Belgisch niveau zijn die cijfers wel beschikbaar. Daaruit blijkt dat deeltijds werk vooral populair is in de horeca en de zorg. Bijna de helft van de loontrekkenden in deze sectoren is deeltijds aan de slag (resp. 48,3% en 47,3%). Ook bij de administratieve en ondersteunende diensten, waar o.a. de in Limburg uitgebreide dienstenchequesector toe behoort, is deeltijds werk erg in trek (38,5%). In de bouw is het aandeel deeltijds werkenden het laagst. Slechts 6,7% van de loontrekkenden in de Belgische bouwsector werkt op deeltijdse basis. Ook in de informatie- en communicatiesector (10,9%), de logistiek (12,7%) en de industrie (14,1%) ligt het aandeel van deeltijds werk ruim onder het Belgische gemiddelde voor alle sectoren (26,0%).

Heel wat onbenut arbeidspotentieel bij deeltijds werkenden

Werknemers die deeltijds werken, doen dit meestal om persoonlijke redenen of voor de zorg van de kinderen of andere familieleden. Er blijken evenwel grote verschillen tussen mannen en vrouwen in de redenen om deeltijds te werken. De voornaamste reden bij vrouwen is het opnemen van zorg voor de eigen kinderen of voor andere personen. Bij de mannen komt deze reden slechts op de vijfde plaats. Zij kiezen opvallend vaker voor een deeltijdse job omdat ze onderwijs of een opleiding volgen.

Deeltijds werken is overigens niet altijd een vrijwillige keuze van de werknemer. Bepaalde bedrijven of economische activiteiten laten immers weinig of geen voltijds werk toe. Zo’n 18% van de deeltijds werkenden in België geeft aan dat ze geen voltijdse job vinden of dat hun huidige job niet voltijds wordt aangeboden. Hoewel zij voltijds willen werken, lukt dat vaak niet. Hier schuilt dus nog een aanzienlijke arbeidsreserve die een deel van de huidige arbeidsmarktkrapte zou kunnen invullen. Eerder onderzoek en andere cijfers tonen trouwens aan dat dit zeker ook voor Limburg geldt, meer nog dan in andere Vlaamse provincies[3]. Daarbij komt dat dit op zich vrij makkelijk inzetbaar arbeidspotentieel is aangezien zij zich al op de arbeidsmarkt bevinden, maar nog niet ten volle worden ingezet.


[1] Enquête naar Arbeidskrachten (EAK) – Loontrekkende werknemers betreft hier alle personen van 15 jaar of ouder die tijdens de referentieweek minstens één uur werk verrichtten (met of zonder formeel contract) voor loon of salaris, of die tijdelijk niet op het werk aanwezig waren (omwille van ziekte, zwangerschapsverlof, vakantie, sociaal conflict, weersomstandigheden of andere redenen) en die een formele band met hun baan hebben. De respondenten geven in de meeste landen zelf aan of ze al dan niet deeltijds werken. Men veronderstelt dus dat ze weten hoeveel werkuren per week een normale voltijdse baan telt voor hun beroepssituatie.

[2] Hoewel de vraagstelling en definities voor alle EU-landen dezelfde zijn, is het toch mogelijk dat landelijke cijfers worden beïnvloed door verschillen in bevragingswijze of (survey)methodologie.

[3] Zie bv. https://pomlimburg.be/cijfers-analyses/overige-studies/rapport-arbeidspotentieel-limburg/


Voor meer gedetailleerde sociaaleconomische cijfers voor Limburg kan je steeds contact opnemen met de dienst Data & Kennis op 011 300 100 of info@pomlimburg.be.

Publicatiedatum: 8 augustus 2024


Dit kan je ook interessant vinden

© POM Limburg 2024
POM Limburg voert het sociaaleconomisch beleid van de provincie Limburg uit.
limburg