Cijfer in de kijker
1 op 10 beroepsactieve Limburgers is specialist in wetenschappen, gezondheidszorg of ICT
Innovatieve zorgapplicaties, duurzame energieproductie, digitale toepassingen en klimaatneutrale huisvesting. Het zijn slechts enkele thema’s waarin ons grote uitdagingen staan te wachten en die onze economische competitiviteit versterken. In deze transities spelen wetenschappers, ingenieurs en specialisten in gezondheidszorg en ICT een bepalende rol in de ontwikkeling van nieuwe technologieën, producten en processen. Bedrijven zijn dan ook vaak wanhopig op zoek naar technisch geschoolde profielen. Maar hoeveel van die specialisten wonen nu eigenlijk in Limburg? Kunnen we groeicijfers voorleggen die aan de stijgende vraag tegemoetkomen? En hoe verhoudt Limburg zich tot andere Europese regio’s? POM Limburg zocht het uit op basis van cijfers van het Europese statistiekbureau Eurostat.
Wallonië doet beter dan Vlaanderen (en Limburg)
Laten we beginnen met het antwoord op de eerste vraag. Anno 2023 zijn ongeveer 42.400 Limburgers, al dan niet in eigen provincie, aan het werk als wetenschapper, ingenieur, gezondheidszorgspecialist (bv. artsen en verplegend kaderpersoneel) of ICT-specialist[1]. Daarbij kan het gaan over zowel loontrekkenden als zelfstandigen. Allen samen zijn zij goed voor 10,1% van de Limburgse beroepsbevolking (werkenden en werkzoekenden zonder werk). 1 op 10 beroepsactieve Limburgers is dus aan de slag in een wetenschappelijk, ingenieurs- of gespecialiseerd zorg- of ICT-beroep. Limburg behaalt daarmee exact hetzelfde aandeel als het Vlaamse gemiddelde. In West-Vlaanderen zijn deze gegeerde beroepsgroepen verhoudingsgewijs het zwakst vertegenwoordigd (7,8% van de beroepsbevolking). Oost-Vlaanderen spant binnen Vlaanderen de kroon (11,1%). Opvallend is dat de aanwezigheid van wetenschappelijke profielen en ICT’ers in verhouding iets hoger is in Wallonië dan in Vlaanderen (10,9% vs. 10,1% van de beroepsbevolking). Mede door de aanwezigheid van bloeiende hoogtechnologische en farmaceutische bedrijven (bv. GSK) wonen vooral in de provincie Waals-Brabant (14,5%) en in de provincie Namen (11,6%) een hoog aandeel specialisten in de wetenschappen, gezondheidszorg en ICT.
Limburg is sterkste stijger in België
Het aantal wetenschappers, ingenieurs, gezondheidsspecialisten en ICT-deskundigen is de afgelopen jaren in alle Belgische provincies fors toegenomen. In 2003 telde de Limburgse beroepsbevolking er zo'n 19.100. Nu zijn er dat dus om en bij 42.400, een toename met 122% ofwel meer dan een verdubbeling op 20 jaar tijd. Daarmee kent Limburg de sterkste toename van alle Belgische provincies, niet alleen in absolute aantallen maar tevens in verhouding tot de beroepsbevolking. Ook de provincies Antwerpen en Luxemburg wisten het aantal specialisten op hun grondgebied te verdubbelen in de afgelopen 20 jaar. In Vlaams-Brabant en Luik waren de toenames het minst groot, maar deze provincies telden in 2003 al een vrij hoog aantal wetenschappelijke profielen. Gemiddeld steeg het aantal specialisten in de wetenschappen, gezondheidszorg en ICT in België de laatste twee decennia met 67%. In Vlaanderen was de toename (69%) gelijkaardig. Ter vergelijking de volledige beroepsbevolking groeide tussen 2003 en 2023 aan met 20%.
Limburg in betere Europese middenmoot
Binnen Europa is Zweden het land dat verhoudingsgewijs de meeste wetenschappers en ingenieurs telt onder haar beroepsbevolking (13,4%), gevolgd door Zwitserland (12,5%) en Ierland (12,3%). Nederland staat op plaats vier met 12,2% van de beroepsbevolking dat geschoold is als specialist in de wetenschappen, gezondheidszorg of ICT. België vinden we terug op plaats negen (10,3%). Achteraan de rij staat Italië, waar slechts 4,8% van de beroepsbevolking een gespecialiseerd wetenschappelijk beroep uitoefent. Het gemiddelde van de 27 EU-landen ligt op 8,6%.
Op regionaal vlak binnen Europa (zie tabel onderaan) is de regio rond de Zwitserse stad Zurich het dichtst bevolkt met wetenschappers, ingenieurs, zorg- en ICT-specialisten (17,5% van de beroepsbevolking). Daarna volgen de regio's rond de steden Stockholm (16,7%) en Praag (16,4%). Niet toevallig nog een belangrijke universiteitsregio, Utrecht, prijkt op plek vier (15,4%). De eerste Belgische provincie is Waals-Brabant op plek negen. Van de 324 beschouwde Europese regio’s staat Limburg in de betere middenmoot op plaats 87. Onze Nederlands-Limburgse buren staan enkele plaatsen boven ons (plaats 75).
Limburg binnenkort bakermat voor wetenschappers en ingenieurs?
De Limburgse (en Vlaamse) economie evolueert steeds meer naar een kenniseconomie waarin onderzoek, ontwikkeling en innovatie centraal staan. Wetenschappers, ingenieurs en specialisten in de gezondheidszorg en ICT spelen daarin een vooraanstaande rol. Met haar plek in de betere Europese middenmoot en de mooie groeicijfers van de afgelopen jaren scoort Limburg meer dan behoorlijk. Maar om een leidende innovatieregio te worden, zoals bv. Zurich en Stockholm dat zijn, moet Limburg nog meer inzetten op economische activiteiten die deze beroepsprofielen aantrekken. Met de ontwikkeling van Limburg DC, met o.a. de innovatieve Bouwcampus en de internationaal georiënteerde Health Campus, zet de provincie daar volop op in. Ook de inrichting van een opleiding burgerlijk ingenieur aan de UHasselt, waar de universiteit en de Limburgse stakeholders hard voor ijveren, zou de regio competitiever kunnen maken. En vooral de komst van de Einsteintelescoop naar onze contreien zou voor een exponentiële groei kunnen zorgen van het aantal wetenschappers en ingenieurs dat zich hier vestigt. Het zou Limburg meteen naar de Europese top kunnen katapulteren en zich zo misschien sneller dan verwacht op de kaart zetten als een leidende Europese innovatieregio.
[1] Op basis van de definitie van Eurostat: werkenden in de ISCO-beroepsgroepen 21 (wetenschappers en ingenieurs), 22 (specialisten in de gezondheidszorg) en 25 (specialisten in ICT).
Voor meer gedetailleerde sociaaleconomische cijfers voor Limburg kan je steeds contact opnemen met de kenniscel op 011 300 100 of info@pomlimburg.be.
Publicatiedatum: 7 mei 2024