Blijf op de hoogte van het nieuws
Achterstand tegenover Vlaanderen wordt kleiner
Een Limburgse werknemer realiseerde in 2021 gemiddeld een bruto toegevoegde waarde van 94.000 euro. Dat is maar liefst 7.000 euro meer dan het jaar ervoor. Bovendien is de toename in Limburg sterker dan gemiddeld in Vlaanderen, waardoor Limburg een stukje van haar achterstand weet goed te maken.
POM Limburg publiceerde recent een studie over de bruto toegevoegde waarde en arbeidsproductiviteit in Limburg en Vlaanderen. De meest recente cijfers in de studie, die afkomstig zijn van de Nationale Bank, dateren van 2021.
En in dat jaar presteerde de Limburgse economie voortreffelijk. In totaal werd een toegevoegde waarde gerealiseerd van 28,3 miljard euro, veruit het hoogste bedrag ooit. Ten opzichte van het coronajaar 2020 wist vooral de Limburgse industrie zich in 2021 knap te herstellen. Over een iets langere periode kende de bouwsector de sterkste groei. Gedeputeerde voor Economie en voorzitter POM Limburg Tom Vandeput: “Zowel de industrie als de bouw zijn nog steeds uitermate belangrijk voor de Limburgse economie. Zo is de industrie goed voor bijna één vijfde van de totale toegevoegde waarde in de provincie. En de bouw is in Limburg duidelijk sterker vertegenwoordigd dan gemiddeld in Vlaanderen.”
Dichterbij
De toename van de toegevoegde waarde resulteerde in 2021 eveneens in een sterke stijging van de arbeidsproductiviteit, de gemiddelde bruto toegevoegde waarde die op een jaar tijd door een werknemer wordt gerealiseerd. In Limburg was dat nagenoeg 94.000 euro per werknemer. Dat is bijna 7.000 euro meer dan het jaar ervoor, ofwel een stijging van 8%. Ondanks dat recordbedrag blijft Limburg nog vrij ver onder de gemiddelde Vlaamse arbeidsproductiviteit die in 2021 opliep tot ruim 109.000 euro.
Gedeputeerde en POM-voorzitter Tom Vandeput: “Het goede nieuws is dat de kloof inzake arbeidsproductiviteit tussen Limburg en Vlaanderen kleiner werd. In 2016 liep het verschil nog op tot 15,2% terwijl dat in 2021 herleid is tot 14,1%, een daling met ruim één procentpunt. Vooral tijdens de coronajaren 2020 en 2021 presteerde Limburg merkelijk beter dan Vlaanderen. Op dat elan moeten we verder gaan.”
Welvaart
De beperkte aanwezigheid van een aantal hoogproductieve sectoren – zoals de farmaceutische en petrochemische sector – in Limburg verklaart grotendeels de achterstand t.o.v. Vlaanderen. Andere factoren die meespelen zijn het bedrijfseconomisch weefsel, met veel kmo’s en minder hoofdzetels, en enkele minder gunstige omgevingsfactoren zoals een beperkter aanbod opleidingen in het hoger onderwijs en een minder sterk uitgebouwd mobiliteitsnetwerk.
“Daarom dat we met POM Limburg sterk inzetten op groeihefbomen om de productiviteit en groei van de Limburgse bedrijven een boost te geven. Productiviteit is immers cruciaal voor de groei van onze economie. En economische groei is op haar beurt noodzakelijk om onze concurrentiekracht te versterken, om onze zorg betaalbaar te houden, om ons sociaal beleid te handhaven, om de armoede te bestrijden, om de klimaatdoelstellingen te realiseren… Kortom om onze welvaart op een duurzame manier te waarborgen. Vanuit het provinciaal economisch beleid blijven we gerichte acties ondernemen om de Limburgse arbeidsproductiviteit te verhogen o.a. op het vlak van scholing, arbeidsverdeling, innovatie, digitalisering, robotisering, enzovoort. Met gebundelde krachten zullen we de kloof met Vlaanderen stilaan dichtfietsen”, zo besluit gedeputeerde en POM-voorzitter Tom Vandeput.