Zakendoen met China: omarmen of afhouden?
Dubbelpunt
Moeten we nog zakendoen met China of niet? We vroegen het aan een voor- en tegenstander.
PRO
Sven Agten | Voorzitter Asia-Pacific bij de Duitse multinational Rheinzink
China is en blijft een grote markt, die we niet kunnen negeren. Alleen al omwille van de afzetmogelijkheden in een middenklasse die groter is dan de Europese. Maar voor sommige markten is China werkelijk essentieel om de Europese welvaart aan te houden. ‘Designed in China’ wordt belangrijker dan ‘Made in China’. Chinese bedrijven, durfkapitalisten en overheden hebben immers astronomische bedragen in ontwikkeling en innovatie gepompt. De resultaten daarvan worden zichtbaar. Europese bedrijven van hun kant hebben te lang op hun lauweren gerust, en dat begint pijn te doen.
Het voortschrijdend inzicht van Volkswagen.
Zo heeft de Duitse autobouwer Volkswagen, zij het enigszins wat laat, de boodschap alvast begrepen: in de zomer van 2023 kondigde die namelijk aan dat het 700 miljoen dollar gaat investeren in de Chinese start-up Xpeng. De overeenkomst voorziet in de productie van twee nieuwe e-auto’s voor de Chinese markt onder het merk Volkswagen. Tegelijk kan de Duitse autobouwer gebruikmaken van Chinese technologie en expertise voor expansie in de rest van de wereld.
‘De idee dat we ons kunnen ontkoppelen van China is een volledig theoretisch concept.’
Gekneld tussen supermachten
Het is uitermate naïef te denken dat in China alles slecht is. Daarbij is de idee dat we ons kunnen ontkoppelen van China een volledig theoretisch concept. Misschien een goedbekkende slogan, maar in de praktijk onmogelijk. Het zou onze welvaart rechtstreeks treffen, en onze maatschappij lamleggen. Wij als Europeanen zitten vandaag gekneld tussen de VS en China, de twee supermachten van onze tijd. Daar moeten we slim mee omgaan en niet meteen van in een kramp schieten. Want wat we zelf niet hebben in Europa, moeten we logischerwijs elders halen. Met Chinese technologie gebruiken is niets mis, zolang het onder duidelijke voorwaarden gebeurt. Wel belangrijk is dat we leren van de Chinezen en de manier waarop ze innoveren. Ze hebben de elektrische auto niet uitgevonden, maar zijn er wel in geslaagd die technologie te verbeteren en erop voort te bouwen. Als Europa het even slim aanpakt, kan het er alleen beter van worden.
Hypocrisie in overheidssteun
We moeten ook stoppen met de Chinezen te veel te beschuldigen van buitensporige overheidssteun, omdat we het zelf ook doen. De Duitse autobouwers kregen ook enorm veel overheidssteun, terwijl een derde van het Europese budget naar subsidies voor de landbouwsector vloeit.
CONTRA
Jonathan Holslag | Professor Internationale Politiek aan de VUB en Chinakenner
In 2019 stelde het ministerie van Buitenlandse Zaken een interne werkstrategie voor China op. ‘Openheid is een troef, naïviteit is een zwakte’, suggereerde het. België zou zich inzetten om China over te halen de zogenoemde universele vrijheden te respecteren, internationale organisaties te verstevigen en te bouwen aan evenwichtige economische relaties. Vier jaar later blijkt dat beleid over de hele lijn weinig opgeleverd te hebben.
Heropvoedingskampen en open handel
Over de eerste twee doelstellingen kunnen we beknopt zijn. De voorbije vier jaar vermorzelde Peking de vrijheden in Hongkong en verdwenen duizenden dissidenten. In de autonome regio Xinjiang belandden honderdduizenden mensen in heropvoedingskampen. Over het hele land wordt de bevolking via gezichtsherkenning en artificiële intelligentie voortdurend in de gaten gehouden. In de Wereldhandelsorganisatie daarentegen profiteert China van open handel in goederen. Maar het blijft terughoudend ten aanzien van de vrijmaking van overheidsaanbestedingen en de dienstensector. Terwijl het andere landen overspoelt met goederen kan het zelf in veel sectoren de deur dichthouden.
Dat brengt ons bij de derde doelstelling: meer evenwichtige handel tussen België en China. Eerlijke concurrentie is voor ons land cruciaal, want de Belgische industrie staat onder druk. De afhankelijkheid van China is licht gegroeid. Rond 2014 was het aandeel van China in de invoer van buiten de Europese Unie 8 procent; de laatste jaren schommelde dat rond de 10 procent. Tezelfdertijd is het handelstekort fenomenaal gestegen: van ongeveer 1 miljard euro rond 2014 tot wellicht 8 miljard in 2023. De Belgische uitvoer naar China is in die tien jaar amper gegroeid, terwijl de invoer uit China vooral toenam in geavanceerde sectoren als elektronica, machines en voertuigen.
‘Wie een vrije markt en eerlijke concurrentie in Europa wil, moet de Valse Chinese concurrentie weren.’
Doodsteek voor Van Hool
Neem nu het voorbeeld van de openbare vervoersmaatschappij De Lijn, die 92 elektrische bussen bij de Chinese constructeur BYD bestelt. Terwijl de Lierse busbouwer Van Hool begin april failliet verklaard werd en er 1.500 mensen hun baan verloren. Te weten dat BYD enorme staatssteun heeft ontvangen: subsidies, leningen en een beschermde markt waarbij elektrische voertuigen met een Chinese batterij voorrang kregen en overheden bijna uitsluitend in China gemaakte bussen zijn gaan bestellen. Wie een vrije markt en eerlijke concurrentie in Europa wil, moet dit soort valse concurrentie van buitenaf weren. Dan moet je niet verwonderd zijn als BYD vandaag de doodsteek geeft aan onze eigen bussenbouwers. Van Hool stelt tot op de dag van vandaag nog steeds 2.500 mensen in Lier tewerk. Toegegeven, Van Hool heeft wellicht niet optimaal ingespeeld op de evolutie van elektrische voertuigen, maar het blijft een innovatieve speler en er was en is geen enkele reden om zo’n bedrijf in te ruilen voor een product van Chinees staatskapitalisme.
Abonneer je op POMblad!
POMblad in de toekomst ontvangen? Laat dan hieronder je gegevens achter.
Abonneren is gemakkelijk en gratis.
Na het achterlaten van je gegevens krijg je POMblad elke zes maanden automatisch in de brievenbus.