Terug naar overzicht

Zijn ze daar in ‘de’ Limburg nu helemaal zot geworden?

Campus Diepenbeek, een transformatie met torenhoge ambities

“Wablieft! Een eigen universiteit. Kunnen die niet gewoon naar Leuven gaan?” Zo moet het ongeveer geklonken hebben op het kabinet van Antwerpenaar Frans Grootjans, de toenmalige liberale minister van Nationale Opvoeding. Maar de Limburgers waren vastberaden en in oktober 1969 marcheerde er zowaar een betoging van 15.000 mensen over de Hasseltse Grote Markt met één eis: geen Leuven Vlaams, maar Universiteit Limburg nu. Vandaag zindert het opnieuw in de Diepenbeekse velden.

“Die betoging, dat was een uniek moment”, herinnert de oud-rector Harry Martens zich. “Je hebt betogingen om meer loon, tegen de sluiting van bedrijven… Maar voor de komst van een universiteit? De druk werd steeds meer opgevoerd. Tot uiteindelijk in 1971 beslist werd dat het LUC – Limburgs Universitair Centrum – mocht worden opgericht. Maar dat was heel beperkt: we kregen enkel de kandidatuurjaren en dan nog alleen voor wetenschappen en geneeskunde. De (bedoelde) integratie van de Economische Hogeschool werd vlakaf geweigerd, dat heeft nog tot 1991 geduurd. Onze geschiedenis, zowel die van de EHL als het LUC, is er één van strijd.” In de praktijk zaten de unief en de hogeschool wel al meteen samen: er werd één campus gebouwd, midden in de natte weiden van Diepenbeek. “Die moerasgrond kostte zo goed als niets”, weet oud-ondervoorzitter Ludo Gelders. “Oh, maar wij waren blij dat het Diepenbeek werd, dat lag niet zo ver van Hasselt”, vertelt Professor Jeanne Schreurs. “Eerder was er ook sprake van Maasmechelen of Bilzen. Met de wegen van die tijd… Ik weet nog hoe ze het kwamen verdedigen bij ons, met van die idyllische foto’s van Diepenbeek. Met het beekje dat daar liep, de velden (lacht).”

Vol West -Vlamingen
Ook POM Limburg-directeur Noël Slangen komt het kerktoren-argument nog tegen. “Af en toe moet ik het nog eens aanhoren. ’Wat maakt het nu uit dat de Limburgse studenten iets verder in Leuven gaan studeren?’ Maar het is niet zo dat wij als Limburgers onze universiteit kost wat kost onder de kerktoren willen hebben”, zucht Slangen. “Wat mij betreft mag Campus Diepenbeek vol West-Vlamingen zitten. (lacht) Maar een universiteit is meer dan onderwijs alleen. Meer nog, het is een onmisbare schakel in een economisch ecosysteem. Een universiteit is een noodzakelijke factor ter bevordering van technologische ontwikkeling, en trekt ook bedrijven aan naar de regio. Daarom is de universiteit van levensbelang voor deze provincie en is het ook logisch dat Campus Diepenbeek opnieuw voor een transformatie staat.”

‘Wat mij betreft mag Campus Diepenbeek vol West-Vlamingen zitten. Een universiteit is meer dan onderwijs alleen, het is een onmisbare schakel in een economisch ecosysteem.’

Noël Slangen,
Directeur POM Limburg

Twee longen en een hart
In dat masterplan springen vooral de twee themacampussen in het oog. De Health Campus en de Bouwcampus. Die liggen als twee longen rondom het onderwijshart. “De Health Campus moet uitgroeien tot het epicentrum van innovatie in de gezondheidszorg”, weet Tom Vandeput. “Bedrijven in de digitale zorgeconomie moeten zich hier ten volle kunnen ontwikkelen, zodat Limburg een referentie wordt voor Vlaanderen. De Bouwcampus wordt dan weer de spil van de Limburgse bouwsector. De innovaties in de bouw, vooral rond digitaal en circulair bouwen, moeten hier ontstaan. Dat laatste passen we ook letterlijk toe: de Bouwcampus wordt met een zo beperkt mogelijke voetafdruk gebouwd. We bouwen tot een hoogte van zo’n 54 meter, op bestaande verhardingen en met hergebruik van materialen.”

“Kijk, de Limburgse bouwsector heeft ambitie”, zegt Chris Slaets, Directeur Confederatie Bouw Limburg, die het allemaal graag ziet gebeuren. “Op de site van de Bouwcampus op het Wetenschapspark in Diepenbeek wil ze een versnelling hoger schakelen. De site zal uitgebouwd worden tot een bouwcluster, klaar voor de toekomst en toegankelijk voor elke bouwactor. Een uniek ecosysteem tussen werkgevers, overheden en kennis uit de ganse bouwketen. De site van de Bouwcampus leent zich uitermate om alle functies voor de bouw te verenigen en knooppunten te realiseren voor innovatie, talentontwikkeling, ondernemerschap en internationalisering. Een plek die bruggen bouwt, zowel op lokaal, Vlaams als internationaal vlak. De Limburgse bouw als motor voor de Limburgse economie.”

Vuurtorenlocatie
Het nieuwe gebouwencomplex van de Health Campus vormt de indrukwekkende toegang tot de nieuwe site. Het is geen toeval dat ‘digicare’ zo’n belangrijke rol speelt in de toekomstplannen. “De zorgsector is cruciaal voor de Limburgse economie”, gaat Tom Vandeput verder. “Bijna 1 op 5 Limburgers is er tewerkgesteld. Wat het voorbije coronajaar meer dan ooit bewezen heeft, is het maatschappelijk belang van kwaliteitsvolle zorg. En wat meer is: volgens experten zouden we dankzij een doorgedreven digitalisering van de zorg allemaal vijf jaar langer kunnen leven. Limburg heeft een uniek zorg- en welzijnsecosysteem. Dat maakt van onze provincie een ideale proeftuin voor digitale innovaties, die we nog meer willen stimuleren.

De Health Campus wordt hiervoor onze ‘vuurtorenlocatie’, dicht bij de universiteit en kennisinstellingen.” Tom Vanham, algemeen directeur van de Limburgse Reconversie Maatschappij (LRM) heeft het licht van de vuurtoren alleszins opgemerkt: “De Bio-incubator BioVille, een initiatief van LRM, POM Limburg en UHasselt, richt zich op bedrijven en organisaties die nieuwe geneesmiddelen, technologieën of zorgconcepten ontwikkelen. In BioVille werken 150 medewerkers, verspreid over een 30-tal bedrijven en organisaties. In 2020 opende op BioVille de Digihub, met focus op digitalisering, innovatie en e-health. Het licht werd op groen gezet voor een nieuwe vleugel van 2000 m2 , om de stijgende vraag naar kantoren en labo’s op de site op te vangen. BioVille wil zich verder ontpoppen tot hét economisch hart van de Health Campus, in samenspraak met alle organisaties en stakeholders op de campus.”

Hogescholen zijn mee
Het masterplan klinkt ook stevig door in de hogescholen. “Hogeschool PXL en UHasselt woonden al samen in Diepenbeek in één gebouw. Met PXL-Healthcare zetten we onze schouders mee onder de doorontwikkeling van de Health Campus in Diepenbeek”, vertelt algemeen directeur van Hogeschool PXL Ben Lambrechts. Zijn collega van buiten de Limburgse onderwijsassociatie is mee. “Het masterplan Diepenbeek is voor de hogeschool een uiterst belangrijk project – niet alleen qua infrastructuur maar ook qua uitstraling”, knikt Marc Vandewalle, Algemeen Directeur UCLL. “Dit totaalconcept zal ervoor zorgen dat dit dé plek in Limburg wordt waar ondernemen, innoveren en studeren een symbiose wordt. UCLL gelooft sterk in de campus en opent in 2021 een nieuw centraal gebouw op de eigen site voor opleidingen in Technologie, Management, Gezondheidszorg en Lerarenopleiding. Meteen kan dit ook een ontmoetingsplaats worden die past in een innovatieve campus waar studeren, werken, ontspannen en ondernemen alle kansen krijgt.”

In het oog springende hoogbouw
Met de klimaatuitdaging in het achterhoofd wordt de beschikbare ruimte zo optimaal mogelijk benut. Dat gebeurt door te ontharden en verdichten. “Het basisprincipe voor elke ruimtelijke ontwikkeling is: meer doen met minder ruimte”, zegt Noël Slangen. “Op de campus hebben we dus zoveel mogelijk in de hoogte gewerkt. Op die manier houden we de ecologische voetafdruk beperkt. De Bouwcampus is hier het perfecte voorbeeld: de gebouwen zijn hoog, en ze zijn opgesteld bovenop de bestaande parking. Die hoogbouw heeft niet alleen een ruimtelijk voordeel, maar zorgt ook voor een sterke zichtbaarheid. De eyecatcher-gebouwen, zoals het poortgebouw van de Health Campus, het parkeergebouw aan de ingang en het hoge gebouw van de Bouwcampus geven de site een indrukwekkende uitstraling.”

Over de Collector, de Campusboulevard en de Bekenpaden
Drie belangrijke structuren vormen de symbolische ruggengraat van de campus: de ‘Collector’, de ‘Boulevard’ en de bekenpaden. De ‘Collector’ verbindt het oostelijke met het westelijke gedeelte. Die Collector heeft een belangrijke rol als corridor tussen de verschillende functies, gebouwen en campusonderdelen. Ze is dus een belangrijk element voor de interne circulatie op de campus. De weg wordt zodanig ingericht dat het er aangenaam vertoeven is en campusgebruikers aangetrokken worden om de weg zoveel mogelijk te nemen. De Collector is zowel een publieke ruimte, een centrale corridor van intern verkeer als een bestemming op de campus zelf. Gebruikers kunnen zich met de fiets, te voet of met een ander duurzaam voertuig verplaatsen. De auto wordt hier geweerd. De ‘Boulevard’ leidt van noord naar zuid, met ruimte voor openbaar vervoer. De Campusboulevard wordt dus een belangrijke stedelijke as op de site, waar prioriteit gegeven wordt aan traag verkeer en publiek transport. Deze as wordt een brede publieke ruimte, die verschillende sferen samenbrengt. Onderdelen van de Campusboulevard: de voorpleinen van aangrenzende gebouwen en groene tussenruimtes tussen gebouwen en infrastructuren. De Campusboulevard heeft een belangrijke verbindende functie, maar moet ook kwalitatief en sfeervol zijn. Het wordt tegelijk een doorgang en een verblijfsruimte. De as wordt een verbindend plein tussen de Health Campus en de onderwijscampus. Autoverkeer is er verboden: enkel dienstvoertuigen, busverkeer en fietsers zijn toegelaten. Het ‘Bekenpad’ vormt dan weer een meer natuurlijk traject voor fietsers en wandelaars. Kortom, een belangrijke noord-zuidverbinding voor traag verkeer. Het pad heeft een veel natuurlijker karakter. Het slingert langs de waterloop, de pleinen en verschillende campusgebouwen. Als een kralenketting worden verschillende recreatieve functies aan het traject geregen.

Spartacus-sneltram
‘Verbinden’ was het sleutelwoord bij de ontwikkeling van het plan. “De verschillende deelcampussen hebben een eigen kloppend hart, maar zijn met elkaar verbonden via autoluwe wegen”, zegt Stijn Vercampt, manager van het team Ruimtelijke Economie bij POM Limburg. “Verplaatsingen op de campus gebeuren te voet of met de fiets. Parkeren kan aan de rand van de campus in parkeertorens. Tussen de autoluwe wegen zijn ontmoetingsplekken voorzien, in de vorm van groene rustplekken, horeca- of sportfaciliteiten. Zo stimuleren we het vormen van communities. Het belang van die interactie voor innovatie is niet te onderschatten. Maar ook de studentenbeleving wordt hierdoor enorm verbeterd. Verder staat de verbinding met de buitenwereld centraal. We zetten meer in op openbaar vervoer en pakken op die manier het mobiliteitsprobleem aan. Zo voorzien we nu al een aansluiting op de Spartacus-sneltram. Nu is het wel zo dat heel het mobiliteitsplan een ‘work-in-progress’ is, er zijn nog enkele blinde vlekken. Dat heeft te maken met corona: we hebben de hele mobiliteitssituatie rondom de campus nog niet in volle sterkte kunnen meten. Intussen anticiperen we wel op de verschillende scenario’s wat het Spartacusplan betreft, houden we rekening met alle mogelijke varianten en hebben voor elke situatie een plan.”

‘De verschillende deelcampussen hebben een eigen kloppend hart, maar zijn met elkaar verbonden via autoluwe wegen.’

Stijn Vercampt,
Manager Ruimtelijke Economie bij POM Limburg

Wat vindt de gemeente Diepenbeek hier eigenlijk van? In een niet zo ver verleden al eens teleurgesteld om de naamsverandering van Limburgs Universitair Centrum naar Universiteit Hasselt. “Wel, als gemeente zijn we erg blij met de toekomstplannen die zijn opgenomen in het masterplan voor de campus in Diepenbeek”, knikt de Diepenbeekse burgemeester Rik Kriekels (N-VA) tevreden. “Het plan biedt immers heel wat kansen. In de eerste plaats op het vlak van mobi liteit. Betere verbindingen naar de campus door de halte van de sneltram, aandacht voor voetgangers en fietsers, een oplossing voor de parkeerdruk. Allemaal pluspunten die we alleen maar kunnen toejuichen. Maar ook op het vlak van ecologie biedt het plan opportuniteiten. Zo wordt de site erg vergroend en is er aandacht voor een goede waterhuishouding. De aanleg van een Campusboulevard met groene en toegankelijke tussenruimtes, zal tot slot ook bijdragen aan de verfraaiing van een stukje Diepenbeek. De gemeente Diepenbeek zet, samen met alle partners in dit verhaal, haar schouders graag mee onder de uitbouw van een groene en duurzame campus.”

‘Als gemeente zijn we erg blij met de toekomstplannen die zijn opgenomen in het masterplan voor de campus in Diepenbeek.’

Rik Kriekels,
Burgemeester Diepenbeek

Ecocampus voor alle Limburgers
In het masterplan wordt het waarde – volle Demerlandschap in ere hersteld. Campus Diepenbeek wordt zo een echte ecocampus. Parkeerplaatsen ruimen plaats voor groene open ruimte, met veel ruimte om te verpozen. Zo zal de Miezerbeek zijn entree op de campus in het veld maken. Het parkeergebouw is aan de rand gepositioneerd, waardoor de ruimte tussen de gebouwen autovrij is. Het veld biedt campusgebruikers de ideale plek om even te pauzeren. Dat kan met een mooie wandeling rondom de beek en zijn velden, of zittend op de tredes met een aangenaam vergezicht. De gebouwen staan dicht langs het veld waardoor reigers, ijsvogels en vlinders tot in het gebouw te bewonderen zijn. Het campusleven zelf wordt hierdoor aangenamer, maar de natuur zorgt ook voor extra beleving voor studenten, omwonenden en bezoekers. Dat maakt van Campus Diepenbeek een ontmoetingsplek voor alle Limburgers Over dat groene karakter is ook rector Bernard Vanheusden van Universiteit Hasselt zeer tevreden: “UHasselt heeft een aantal jaren geleden resoluut gekozen voor een twee-campusmodel: een stadscampus in Hasselt en een duurzame, groene campus in Diepenbeek waar volop ruimte is voor laboratorium- en andere onderzoeksinfrastructuur. Het is de ambitie van de UHasselt om de groene campus in Diepenbeek verder mee uit te bouwen tot een ‘smart campus’ waar het aangenaam is om te vertoeven, te studeren en te werken. Wij steunen daarom ten volle het initiatief van POM Limburg om tot een concrete uitwerking te komen van een gezamenlijk masterplan met de nodige aandacht voor studeren, onderzoek, samenwerken, ontspanning en mobiliteit.”

 

‘De gebouwen staan dicht langs het veld waardoor reigers, ijsvogels en vlinders tot in het gebouw te bewonderen zijn.’

 

En zo lijkt de toekomst van ons brons – groen eikenhout met dit kruispunt aller Limburgers opnieuw verzekerd. Mogen we misschien toch één suggestie doen in het anders puike masterplan. Noem één van de Bekenpaden, het Frans Grootjans-pad. Het is niet omdat ze in ’t Stad schreeuwen, dat we op de parking onvriendelijk moeten zijn.

Abonneer je op POMblad!

POMblad in de toekomst ontvangen? Laat dan hieronder je gegevens achter.

Abonneren is gemakkelijk en gratis.

Na het achterlaten van je gegevens krijg je POMblad elke zes maanden automatisch in de brievenbus.

 

  • (Optioneel)
  • (Optioneel)
  • Sectie-einde

  • Sectie-einde

  • This field is for validation purposes and should be left unchanged.
© POM Limburg 2024
POM Limburg voert het sociaaleconomisch beleid van de provincie Limburg uit.
limburg

Wij maken gebruik van cookies of gelijkaardige technologieën (bv. pixels of sociale media plug-ins) om o.a. uw gebruikservaring op onze website zo optimaal mogelijk te maken. Daarnaast wensen wij analyserende en marketing cookies te gebruiken om uw websitebezoek persoonlijker te maken, gerichte advertenties naar u te verzenden en om ons meer inzicht te geven in uw gebruik van onze website.

Gaat u ermee akkoord dat we cookies gebruiken voor een optimale websitebeleving, opdat wij onze website kunnen verbeteren en om u te kunnen verrassen met advertenties? Bevestig dan met "OK".

Wenst u daarentegen specifieke voorkeuren in te stellen voor verschillende soorten cookies? Dat kan via onze cookie policy. Wenst u meer uitleg over ons gebruik van cookies of hoe u cookies kan verwijderen? Lees dan onze cookie policy.