Terug naar overzicht

Drones: van speeltje tot werkpaard en dataleverancier

Maar weinig nieuwe technologieën werden de voorbije jaren zo fel gehypet als de drone. De tuigen veroverden het militaire luchtruim als koele killers, ze werden het favoriete werkinstrument van filmmakers of luchtfotografen en ontpopten zich tot het nieuwste speeltje van menige brave huisvader. Toch ligt het grootste potentieel van de drone elders, als veilige en relatief goedkope leverancier van uiterst nauwkeurige data voor de meest uiteenlopende sectoren.

Vier tot acht propellers, een gps-antenne, een rist camera’s die stuk voor stuk 360°-beelden kunnen schieten, een printplaat en enkele batterijen. Droog aan de haak goed voor een gewicht van zowat 10 kilo, desnoods zelfs probleemloos onder de arm mee te nemen. In essentie is een drone niet veel meer dan een bijzonder flexibele vliegende camera, waarmee je meteen ook heel relevante data kan verzamelen op bijzonder lastig toegankelijke plaatsen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan inspecties van koeltorens, hoogspanningsmasten of windmolens. Tegelijk laten drones ons ook toe om via heel veel beelden een schat aan overzichtsdata te verzamelen, bijvoorbeeld van een grote bouwsite of een industriële werf. Almaar meer politiediensten zetten nu drones in, bijvoorbeeld om een ongevalsscène achteraf beter in kaart te brengen of om een massamanifestatie beter in de gaten te kunnen houden.

Drones, meer dan een nichetoepassing
Het idee dat de inzet van drones vooral beperkt blijft tot heel welbepaalde sectoren of nichetoepassingen, houdt evenwel geen steek meer, stelt Kris Van den Bergh. De gewezen lijnpiloot en luchtvaartondernemer staat aan het hoofd van DronePort, op een boogscheut van het stadscentrum van Sint-Truiden. Een oude militaire luchthaven is hier sinds eind 2018 omgetoverd tot een business-incubator voor innovatieve drone-toepassingen. Start-ups uit de sector vinden er, naast kantoor- en vergaderinfrastructuur, ook voldoende testruimte, een oude landingsbaan en een handvol hangars en ateliers terug. Voor Van den Bergh is er geen twijfel mogelijk: het bedrijfsleven is zonder meer vragende partij voor de ontwikkeling van innovatieve drone-toepassingen. “Los van het militaire gebruik en van de hobbydrones, die allebei al wat langer de wind in de zeilen hadden, is dit nog een heel jonge sector. De laatste jaren is het evenwel behoorlijk snel gegaan, en als het op de inzet van drones in een B2B-context aankomt, staan we nu echt wel aan het begin van een revolutie. Daarin kan Limburg, met dank aan deze infrastructuur, wereldwijd een toonaangevende rol spelen.”

 

‘Drones zijn manusjes-van-alles: je kan er pizza’s mee vervoeren, maar ze transporteren net zo goed bloedstalen.’

 

De dronemarkt kende de voorbije jaren een explosieve groei. Als consumentenspeeltje, maar net zo goed voor allerlei andere toepassingen, waardoor je gerust over een lichte hype kon praten. De drone leek het nieuwe manusje-van-alles: je kan er pizza’s mee vervoeren, maar in sommige wereldsteden worden de tuigen net zo goed ingezet om bloedstalen sneller te vervoeren. Drones worden ook almaar vaker in één adem genoemd met het pakjesvervoer, dat boomt dankzij de razendsnelle groei van de e-handel. Vooral met het oog op de zogenaamde last mile – het transport van bijvoorbeeld een postkantoor of een groot regionaal distributiecentrum tot bij de eindklant – lijken drones een mogelijk alternatief voor het vervoer over de weg.

Of dat hoge verwachtingspatroon al gerechtvaardigd is, is nog maar de vraag. Dergelijke drones moeten immers ook overal kunnen landen, dus ook in een heel dicht bebouwde stadsomgeving of op plaatsen waar pakweg bomen of elektriciteitsdraden een stevige spelbreker kunnen zijn. Bovendien werpt ook de strenge regelgeving rond het commerciële gebruik van drones in het open luchtruim voorlopig nog flink wat roet in het eten. “Die markt is nog heel jong en ook nog heel onrijp in mijn ogen”, klinkt het bij industrieel ingenieur en medezaakvoerder van start-up Airobot Jan Leyssens. “Op termijn zie ik wel degelijk potentieel, maar ik vermoed dat het toch eerder bedrijven genre Amazon of Google zullen zijn die hier voor de technologische doorbraak zullen moeten zorgen. Enkele pakjes of zelfs enkele honderden pakjes netjes afleveren met een drone, dat lukt ongetwijfeld, maar het wordt een heel ander verhaal als je er dagelijks honderdduizenden moet versturen in alle mogelijke omstandigheden.”

Data
Betrouwbare data: in zowat alle mogelijke sectoren zijn ze vandaag dé bouwstenen waar bedrijfsprocessen op draaien. Met dank aan de versnelde doorbraak van artificiële intelligentie. Steeds vaker ontpoppen drones zich tot hofleverancier van dat soort data, waardoor ze dus ook bijdragen aan de optimalisatie en versnelling van heel wat bedrijfsprocessen. “Toen drones nog een hype waren, gingen bedrijven volop op zoek naar mogelijk interessante proofs of concept. Daarbij stond de vraag centraal of zo’n drone ook voldoende potentieel had om opgeschaald te worden en vervolgens zo efficiënt mogelijk te worden ingezet in hun dagdagelijkse business”, blikt Leyssens terug. Het bedrijf verhuisde naar DronePort en werkt nu vooral in opdracht van grote bouwbedrijven, politie- en brandweerdiensten.

Leyssens geeft het voorbeeld van een grote bouwwerf van een baggerbedrijf. “Als je op zo’n werf aan grondverzet of grondophoging moet doen, moet je natuurlijk ook kunnen berekenen hoeveel vrachtwagens grond er precies moeten worden aan- of afgevoerd. Hiervoor moet het baggerbedrijf dan heel regelmatig, soms zelfs dagelijks, een soort status van het terrein opmaken. Traditioneel werd dit soort berekeningen toevertrouwd aan een landmeter. Die liep daarvoor dan een hele dag op de werf rond met een stok, en moest daar vervolgens een aantal vaste punten opmeten. Zetten we daarvoor een drone in, dan is die klus veel sneller en doorgaans ook een stuk nauwkeuriger geklaard.

De drone vliegt dagelijks in een bepaald patroon over de werf, en neemt daarbij honderden foto’s. Achteraf worden al die foto’s softwarematig samengebracht en vertaald in een 3D-model van de bewuste werf. De voordelen zijn legio: drones die zo’n bouwterrein overvliegen zijn in de eerste plaats een veiligere oplossing. Daarnaast gaat het natuurlijk ook een stuk sneller.”

“In de meest uiteenlopende industrietakken buigen specialisten zich op dit moment over de inzet van hun drones om meer én sneller data te vergaren en zo ook allerlei bedrijfsprocessen te verbeteren”, bevestigt Kris Van den Bergh. “Denk bijvoorbeeld aan de politie, die drones niet enkel kan inzetten om luchtopnames te maken van grote betogingen of verkeerscongesties, maar die ze ook zou kunnen gebruiken om aan nummerplaatherkenning te doen. Maar drones kunnen op termijn net zo goed de taak van parkeerwachters overnemen, omdat ze op uiterst snelle en efficiënte wijze wagens kunnen identificeren waarvoor geen parkeergeld betaald is.”

Botsingpreventie
Toen Airobot in 2015 het levenslicht zag, legde het bedrijfje zich aanvankelijk vooral toe op nieuwe technologie die moest beletten dat drones in botsing kwamen met vaste constructies of gebouwen. “We hebben ons eerst gefocust op botsingpreventie, zodat drones uitgerust met camera’s niet langer pardoes tegen pakweg een koeltoren zouden aanvliegen. Vervolgens zijn we ons stilaan meer gaan toeleggen op de ontwikkeling van kaarttechnologie, waarvoor onder meer vanuit de bouwsector en de landbouw groeiende belangstelling was”, aldus Jan Leyssens.

Die zogenaamde mappingtechnologie zit nu stevig in de lift. Enerzijds gaat het om vluchten op relatief grote hoogte om alle mogelijke kaartdata te verzamelen, anderzijds gaat het om inspectievluchten. Daarbij vliegt de drone bijvoorbeeld tot vlakbij een windmolen of hoogspanningsmast, om zoveel mogelijk detailfoto’s te nemen. In beide gevallen kunnen drones voor een ware efficiëntiesprong zorgen. Sommige gigantische werven moeten immers tot driemaal per week in kaart worden gebracht om de evolutie van de werkzaamheden perfect te kunnen inschatten.

Piloten
Jan Leyssens: “Een bedrijf als Airobot biedt zowel oplossingen aan voor bedrijven die sporadisch metingen moeten uitvoeren, als voor bedrijven die dagelijks gestandaardiseerd met drones werken. Dankzij onze technologie hebben we intussen al een stevige stap in de goede richting gezet: de piloot moet nu bij wijze van spreken enkel nog de drone uit zijn koffer halen, kijken of alles veilig is en het toestel vervolgens de lucht insturen. Sinds kort is er een nieuwe Europese wetgeving van kracht, die het mogelijk maakt om drones volledig autonoom te laten opereren.”

Als drones de status van hype min of meer ontgroeid zijn, dan is dit in grote mate ook te danken aan de wijze waarop start-ups zoals Airobot de voorbije jaren naar de technologie keken die de inzet van drones schaalbaar moest maken. En daarvoor was het ontstaan van een lokaal ecosysteem – waarbinnen gespecialiseerde start-ups en bedrijven van buitenaf elkaar kunnen voeden met ideeën en nieuwe technologie – ronduit cruciaal.

 

‘De waarde zit vooral in de data die drones aanleveren.’

Kristof Beenders, Airobot

 

Kristof Beenders stampte in 2015 Airobot mee uit de grond, maar kreeg de liefde voor alles wat vliegt al met de paplepel ingegeven. Zijn vader is lijnpiloot, hijzelf volgde een opleiding als ingenieur en ontwikkelde met zijn eerste bedrijfje ooit nog software voor luchthavens. Toen de drone enkele jaren geleden aan een steile opmars begon, was zijn interesse meteen gewekt. “Ik besefte al snel dat drones op zich te weinig toegevoegde waarde zouden bieden voor het bedrijfsleven. De grootste toegevoegde waarde zit vooral in de uitermate nauwkeurige data die ze kunnen aanleveren. In die technologiepoot zit wat mij betreft dan ook de grootste waarde van ons bedrijf: deze markt staat vandaag nog maar in de kinderschoenen, maar dankzij ons nieuwe moederbord kunnen we nu met de markt mee evolueren naar een volledig automatisch systeem.”

In de ontwikkeling van het bewuste moederbord kroop ruim drie jaar onderzoek. Beenders: “Dit is niet zomaar een Chinese plaat, dit is wat mij betreft Intelniveau. We hebben die plaat zo ontworpen dat ze kan denken als een echte piloot: verschillende elektronische circuits zorgen voor het vliegen, de navigatie en de communicatie.” De jonge ingenieur klinkt dan ook behoorlijk resoluut: dit soort technologie – waarbij soft- en hardware door eenzelfde bedrijf worden aangeleverd – is wereldtop.

Artificiële intelligentie
Omdat het soort data en de interpretatie daarvan uiteraard sterk sectorgebonden zijn, verwachten beide Airobot-oprichters dat er in de nabije toekomst een belangrijke nieuwe markt zal ontstaan. Parallel met de ontwikkeling van artificiële intelligentie op maat. Of een drone nu over een ongeval, een groot bouwproject of een landbouwgebied vliegt: de basistechnologie voor de datacollectie verandert daarbij niet wezenlijk. De differentiatie komt pas nadien, wanneer er uit de verza[1]melde data ook bepaalde conclusies moeten worden getrokken.

Kristof Beenders: “Ik verwacht dan ook dat wij in de toekomst steeds vaker op zoek zullen moeten gaan naar partners die ons kunnen helpen bij de data-interpretatie. Artificiële intelligentie is hot vandaag, maar staat of valt natuurlijk met de beschikbaarheid van geschikte data. Net omdat de potentiële markt hiervoor wereldwijd ook zo groot is, moeten we ook helemaal geen schrik hebben van mogelijke concurrenten, hoe dun die vandaag ook nog gezaaid liggen. Ik denk dat we de volgende jaren vooral een trend richting meer specialisatie zullen zien. Daarin kan Vlaanderen een betekenisvolle rol opnemen, net omdat we hier toch wel wat bedrijven zitten hebben die flink wat expertise hebben in de luchtvaartsector. Het is heel typisch voor een onrijpe, nieuwe markt dat iedereen in een beginstadium alles wil doen en aanbieden. Wij hebben nu twee specifieke niches gevonden – enerzijds de ontwikkeling van de elektronica om een drone volledig automatisch te laten vliegen, anderzijds de behandeling van drone-data in de cloud – en ik zie in die markten nog heel veel potentieel. Maar de ontwikkeling van een breder lokaal ecosysteem – waartoe DronePort een eerste aanzet wil zijn – kan op termijn ook tot tal van nieuwe bedrijven in deze sector leiden.”

Nu is een initiatief als DronePort uiteraard niet uniek, maar het reikt volgens Kris Van den Bergh wél de juiste bouwstenen aan voor de bouw van zo’n ecosysteem. Concreet: een cluster van bedrijven die elkaar kunnen voeden in een omgeving en infrastructuur die hen toelaat om innovatieve concepten en technologieën meteen ook uit te testen. “De combinatie van een landingsbaan, ateliers, kantoorruimte én een stimulerend wettelijk kader vormen onze unique selling position. Je kan hier werken, vergaderen en alle mogelijke types drones testen zonder al te veel wettelijke beperkingen. Vergelijk het met de ontwikkeling van een nieuwe auto: die moet op een gegeven ogenblik ook het testcircuit op. Eerlijk? Ik denk dat wij hier vandaag in Europa het verst staan in onze combinatie van enerzijds de infrastructuur en anderzijds het wettelijke testkader op de grond en in de lucht.”

Een van de grootste struikelblokken voor de verdere groei van de sector lijkt vandaag nog altijd het wat onduidelijke en snel versnipperde wettelijke kader te zijn. In de meeste landen kan je vandaag niet zomaar beslissen om pakjes te transporteren met een drone, en voorlopig blijft de inzet ervan door het bedrijfsleven dan ook behoorlijk beperkt. “In pakweg een havengebied of op een industrieterrein kan je in België vandaag al perfect met drones werken, op basis van de bestaande wetgeving”, geeft Van den Bergh aan. Los daarvan zullen er natuurlijk ook altijd nieuwe prototypes en toepassingen getest moeten worden. Het is onze rol om bedrijven uit de sector de kans te geven zich verder te ontwikkelen, nieuwe prototypes en technologieën uit te werken en te ontwikkelen. Daarvoor hebben ze nood aan testzones waar er plaats is voor onderzoek en ontwikkeling, en die business moeten wij faciliteren.”

Abonneer je op POMblad!

POMblad in de toekomst ontvangen? Laat dan hieronder je gegevens achter.

Abonneren is gemakkelijk en gratis.

Na het achterlaten van je gegevens krijg je POMblad elke zes maanden automatisch in de brievenbus.

 

  • (Optioneel)
  • (Optioneel)
  • Sectie-einde

  • Sectie-einde

  • This field is for validation purposes and should be left unchanged.
© POM Limburg 2024
POM Limburg voert het sociaaleconomisch beleid van de provincie Limburg uit.
limburg

Wij maken gebruik van cookies of gelijkaardige technologieën (bv. pixels of sociale media plug-ins) om o.a. uw gebruikservaring op onze website zo optimaal mogelijk te maken. Daarnaast wensen wij analyserende en marketing cookies te gebruiken om uw websitebezoek persoonlijker te maken, gerichte advertenties naar u te verzenden en om ons meer inzicht te geven in uw gebruik van onze website.

Gaat u ermee akkoord dat we cookies gebruiken voor een optimale websitebeleving, opdat wij onze website kunnen verbeteren en om u te kunnen verrassen met advertenties? Bevestig dan met "OK".

Wenst u daarentegen specifieke voorkeuren in te stellen voor verschillende soorten cookies? Dat kan via onze cookie policy. Wenst u meer uitleg over ons gebruik van cookies of hoe u cookies kan verwijderen? Lees dan onze cookie policy.