Terug naar overzicht

Buren met benefits

De sociaaleconomische verbanden tussen de Limburgse gemeenten

Wanneer we onze Cosmo erop naslaan, leren we het volgende: ‘Friends with benefits’, geen gevoelens, geen uitbundige romantische dates of diepzinnige gesprekken. Gewoon alleen seks met een leuke verre vriend of knusse buur. En voor de Limburgse economie is dat niet anders. Limburg is geen optelsom van 42 aparte steden en gemeenten, maar wel een sterk verbonden economisch ecosysteem. Steden die daarom niet fusioneren maar samenwerken binnen actieve economische netwerken kunnen de economische structuur van Limburg versterken en zo meer impact genereren. Economilsche seks, zeg maar. Om de Limburgse gemeenten te inspireren om sociaaleconomische uitdagingen samen aan te pakken, lanceerde POM Limburg de brochure ‘Buren met Benefits’. De voornaamste highlights krijgt u in dit dossier.

Waarom ‘matcht’ het zo goed tussen het zuidelijke Gingelom en het noordelijke Pelt? Op het eerste zicht verre buren, maar toch bindt hen meer dan hen scheidt. Dat is alvast één de conclusies van het onderzoek naar het sociaaleconomisch weefsel dat POM Limburg liet uitvoeren.

Beter een goede buur dan een verre vriend. Als lokale besturen samenwerken, gebeurt dat vooral met de naaste buren. Dat is ook logisch, die buur is nabij en vertrouwd. Wie kennis en kracht deelt, zorgt ervoor dat het geheel meer is dan de som van de delen. Om de toekomstige uitdagingen rond klimaat, mobiliteit, wonen, zorg, vergrijzing en schooluitval aan te pakken, is samenwerking meer dan ooit het credo. Maar wat bindt deze provincie? Waar liggen de overeenkomsten en verschillen? Om een helder zicht op het sociaaleconomisch weefsel van de Limburgse gemeenten te krijgen, heeft POM Limburg samen met verschillende partners enkele studies laten uitvoeren. De resultaten moeten de lokale besturen inspireren om strategische allianties aan te gaan die zorgen voor een nieuwe dynamiek, nieuwe kansen, meer acties en middelen om de economische impact van de regio te vergroten.

Op dit moment zijn de Limburgse gemeenten ingedeeld in vijf streken: Noord-Limburg, West-Limburg, Midden-Limburg, Maasland en Zuid-Limburg. Ruimtelijk zijn de gemeenten binnen deze streken met elkaar verbonden, maar onderzoek leert dat deze indeling niet altijd (meer) strookt met verbondenheid op het vlak van andere thema’s. Daarom heeft POM Limburg samen met de Universiteit Hasselt en VDAB Limburg de verbanden tussen de 42 Limburgse steden en gemeenten uitgebreid in kaart gebracht. Via een clusteranalyse van een aantal socio-economische indicatoren en de analyse van pendel- en gsm-data levert dit grootschalig onderzoek een nieuw overzicht op van de economische sterktes en zwaktes van de provincie. Op basis van 21 parameters zoals de bevolkingscijfers, scholingsgraad, werkzaamheidsgraad, economische activiteit en werkloosheid kunnen er in Limburg vier tot zes groepen van gemeenten met een gelijkaardig sociaaleconomisch weefsel worden afgebakend. Die socio-economische opdeling laat vooral zien dat gemeenten niet altijd dezelfde kenmerken delen met hun buurgemeenten. Zo heeft Gingelom meer gemeenschappelijke uitdagingen met ‘verre vriend’ Pelt, dan met dichte buren Sint-Truiden en Heers. Samenwerking met de buren op het vlak van politie of zorg is daarom nog niet de perfecte economische samenwerking.

‘Het blijft een uitdaging om een gevarieerd jobaanbod in de eigen gemeente aan te bieden.’

Jo Brouns, burgemeester Kinrooi

Opgelet voor de knipperlichten
Het onderzoek stelt ook een aantal knipperlichten scherp. Zo zijn de voormalige mijngemeenten geconcentreerd in twee groepen met specifieke uitdagingen. Genk, Beringen, Maasmechelen, Heusden-Zolder en Houthalen-Helchteren hebben een hoge kansarmoede, tellen een groot aandeel laaggeschoolden en hebben opvallend meer jongeren die vroegtijdig de school verlaten. Toch zijn die jongeren ook een troef. In vergelijking met de andere Limburgse gemeenten tellen de vijf mijngemeenten meer jongeren, waardoor ze beter gewapend zullen zijn tegen de aankomende vergrijzing. We omschrijven deze groep als arm maar jong. Een andere groep werd onder de noemer ‘actief maar vergrijsd’ geplaatst. Die vergrijzing is op dit moment het sterkst aanwezig in Borgloon, Heers, Kinrooi, Nieuwerkerken, Riemst, Voeren, Wellen en Zutendaal. Hoewel deze groep een hoge ondernemings- en werkzaamheidsgraad kent, is het aandeel ouderen in de werkloosheid er het meest gestegen. “Het is positief om vast te stellen dat er in Kinrooi een hoge mate van zelfstandig ondernemerschap is, een hoge werkzaamheidsgraad en een lage werkloosheidsgraad. Toch blijft het een grote uitdaging om voldoende jongeren in Kinrooi te houden door hen een voldoende en gevarieerd jobaanbod in eigen gemeente aan te bieden”, stelt burgemeester Jo Brouns (CD&V) van Kinrooi. “Hiervoor moeten we extra aandacht hebben in ons woonbeleid”, knikt burgemeester van Zutendaal Ann Schrijvers (ZVP). “Deze studie bevestigt dat Zutendaal een echte woongemeente is en dat willen we nog verder faciliteren. Ondanks de vergrijzing die zich sterk doorzet in onze gemeente, kent Zutendaal een goed sociaaleconomisch weefsel met een hogere werkzaamheidsgraad dan het Limburgse gemiddelde.”

Oudsbergen, eerste van de klas
Het sociaaleconomisch weefsel is volgens de onderzoekers het sterkst in de nieuwe fusiegemeente Oudsbergen. “Uiteraard zijn we trots op onze jonge gemeente Oudsbergen die het sterkste sociaaleconomisch weefsel van Limburg heeft”, reageert burgemeester van Oudsbergen Lode Ceyssens (CD&V). Een eigen regionaal bedrijventerrein en de nabijheid van Genk zorgen er voor een gezond ecosysteem. De top vijf wordt vervolledigd door Alken, Lummen, Herk-de-Stad en Diepenbeek. Het zijn vier gemeenten met minder dan 20.000 inwoners die zelf over bedrijventerreinen beschikken en sterk verbonden zijn met aangrenzende gemeenten die veel werkgelegenheid concentreren. Onderaan de index van het sociaaleconomisch weefstel staan Maasmechelen en Genk. In de twee voormalige mijngemeenten is er veel bedrijvigheid, maar de werkzaamheidsgraad ligt er een stuk lager dan in de rest van Limburg.

“We blijven de strijd aangaan tegen werkloosheid, zodat onder andere ook de vroegtijdige schoolverlaters en de laaggeschoolde werkzoekenden in Genk aan de slag kunnen gaan”, zegt Wim Dries (CD&V), burgemeester van Genk. “Daarnaast trachten we de werkzaamheidsgraad van bepaalde categorieën inwoners – waaronder vrouwen met een migratieachtergrond – te verhogen.” Zijn collega uit Maasmechelen, burgemeester Raf Terwingen (CD&V) is het daarmee eens: “De hoge werkloosheidsgraad in onze gemeente is een historisch gegeven sinds de sluiting van de mijnen. Er is hier nog altijd wat taal- en schoolachterstand. Maar Maasmechelen heeft daarnaast ook een sterk uitgebouwd economisch weefsel met een toenemende tewerkstelling in handel, toerisme, dienstverlening en industrie.” Met shoppingcenter M2, Pauwengraaf Eisden en Maasmechelen Village – dat intussen goed is voor 800 jobs – telt de Maaslandse gemeente heel wat handelszaken. Maar ook het industrieterrein Oude Bunders is goed voor een 180-tal bedrijven.

Sterke bondgenoten in het noorden

Het ecosysteem in het noorden en het zuiden van de provincie heeft een eigen groeipotentieel. De troeven van deze regio’s liggen vooral over de provinciegrens.

Over de Noord-Zuidverbinding is al veel inkt gevloeid. Het ontbreken van die vlotte verbinding vanuit het noorden naar het midden van de provincie staat de economische ontwikkelingen in de Limburgse Kempen niet in de weg. Dat blijkt duidelijk uit de studies die POM Limburg liet uitvoeren. “Dit onderzoek toont vooral aan dat Noord-Limburg, en in het bijzonder de as Lommel-Pelt groeipotentieel heeft”, zegt burgemeester van Lommel Bob Nijs (CD&V). “Onze regio is in staat om zich te versterken binnen een eigen ecosysteem. Wie weet spreekt men over 20 jaar over Zuid-Noordverbinding in plaats van Noord-Zuid.” Het noorden van de provincie heeft met Lommel (34.245 inwoners) en de nieuwe fusiegemeente Pelt (33.076 inwoners) twee sterke trekkers in huis. Samen zijn ze goed voor bijna 30.000 jobs op hun grondgebied. Die worden hoofdzakelijk ingevuld door de eigen inwoners en inwoners uit de omliggende gemeenten. De as Lommel-Pelt is zelfs de tweede grootste woon-werkas van Limburg.

‘Wie weet spreekt men over 20 jaar over Zuid-Noordverbinding in plaats van Noord-Zuid.’

Bob Nijs, burgemeester Lommel

De Vossemeren en Nolimpark
Met 1 miljoen overnachtingen – hoofdzakelijk dankzij Center Parcs De Vossemeren – hoort Lommel tot de toeristische top van België en dat genereert ook jobs. Daarnaast telt de stad maar liefst acht industrieterreinen, met grote spelers in de voedings- en plasticindustrie. Pelt is een sterke onderwijsgemeente en concentreert via Noorderhart, dat het Mariaziekenhuis en het Revalidatie & MS Centrum overkoepelt, ook heel wat jobs in de zorg. Daarnaast zijn er in Pelt ook heel wat jobs in de maakindustrie. “In het Nolimpark vind je meer dan 200 bedrijven, goed voor ruim 5.000 jobs”, vertelt burgemeester Frank Smeets (CD&V) van Pelt. “Van ramenfabrikanten tot verzinkerijen en metaalconstructeurs. Dit industriepark heeft nog een duidelijke band met de oude metallurgie.”

Eindhoven is calling
Vanuit Pelt en Lommel trekken dagelijks zowat 1.500 inwoners de grens over om er te werken. “In Noord-Limburg steken we onze neus ook over de wal richting Brainport Eindhoven en de Antwerpse Kempen”, geeft ook burgemeester van Lommel Bob Nijs (CD&V) aan. “Daarnaast willen we Hasselt met Eindhoven verbinden via Campus Noord. Deze Noord-Limburgse incubator moet innovatieve dienstenbedrijven huisvesten die kunnen samenwerken met de bestaande maakindustrie”, vult burgemeester Smeets aan. De band met het Nederlandse Noord-Brabant en de Antwerpse Kempen is er dus al. Volgens POM Limburg moet die band nog sterker worden geëxploiteerd dan tot nu toe het geval was. “Dat is ook nodig”, zegt burgemeester van Hamont-Achel Rik Rijcken (Pro Hamont-Achel). “Gezien de slechte mobiliteit zijn er meer en meer inwoners die in Nederland gaan werken, daarnaast heeft 30% van onze inwoners ook de Nederlandse nationaliteit. Toch zijn we als landelijke gemeente blij met zoveel werkgelegenheid op fietsafstand, zowel aan de Nederlandse als de Belgische zijde van de grens.”

‘Als landelijke gemeente zijn we blij met zoveel werkgelegenheid op fietsafstand, zowel in Nederland als in België.’

Rik Rijcken, burgemeester Hamont-Achek

Waarom Ambiorix een installatie van Bose bezit
Het zuiden van de provincie ligt dan weer op een steenworp van Maastricht en Luik, in het hart van de Euregio. Vanuit Riemst is er dan ook een sterke pendel richting Maastricht en omgeving. Doordat de plattelandsgemeente veel open ruimte heeft, is het jobaanbod met 35,7 jobs per 100 inwoners er eerder beperkt. “Daarom willen we Riemst verder uitbouwen tot een gemeente die samenwerkt en actief meewerkt aan projecten in de Euregio”, vertelt burgemeester van Riemst Mark Vos (CD&V). “Samenwerken en partnerschapgewijs doelen aanpakken en realiseren is de enige duurzame weg tot succes.” Riemst, Gingelom, Heers en Voeren hebben een relatief kleine wederkerige pendel-as richting Luik en omgeving. De Vurige Stede is voor deze grensgemeenten niet meer de grote economische aantrekkingspool van weleer. Toch liggen hier kansen om de logistieke troeven van Limburg verder uit te bouwen. Met de Luikse Trilogiport, het Albertkanaal en de luchthavens van Luik en Maastricht in de achtertuin kan Zuid-Limburg het perfecte hinterland vormen richting 56 miljoen potentiële consumenten of 60% van de Europese koopkracht. Dat internationale bedrijven als SKF en Bose hun Europese hoofdkwartier op industrieterrein Tongeren-Oost hebben gevestigd, onderstreept dat economisch belang.

Een Tongerse symbiose
Met 70 jobs per 100 inwoners op arbeidsleeftijd is Tongeren niet alleen een werkplek voor 4 op de 10 Tongenaren, maar ook een trekker voor de economie in Zuid-Limburg. De eerste stad van het land trekt vooral loontrekkenden uit Riemst, Bilzen en Hoeselt aan. “Voor heel wat voorzieningen zoals ons Vesaliusziekenhuis komen inwoners uit de omgeving van Tongeren naar onze stad. Tegelijk werken ze ook vaak in onze stad, waardoor er heel wat bedrijvigheid ontstaat. Dat is een voorbeeld van een mooie symbiose”, vindt burgemeester van Tongeren Patrick Dewael (Open Vld). “Ik denk dat we gebruik moeten maken van deze studie om verder te bekijken hoe buurgemeenten mekaar structureel kunnen versterken. Door samen te werken op Limburgse schaal kan de motor die zorgt voor meer jobs, meer koopkracht en meer welvaart op volle toeren blijven draaien.”

Economisch knooppunt in het westen, uitdagingen in het oosten

De economische buzz concentreert zich vooral in het westen van Limburg. In schril contrast met het oosten van ons bronsgroen eikenhout.

West-Limburg doet het op economisch vlak traditioneel beter dan het oosten van de provincie. Dat is op zich niet zo vreemd. Via de verkeerswisselaar in Lummen sta je in minder dan een uur midden in de Vlaamse ruit. Die nabijheid zorgt ervoor dat het westen in de slipstream zit van economische ontwikkelingen in de Kempen, Antwerpen of Leuven. Daarnaast speelt ook de ligging aan het Albertkanaal een belangrijke rol in het aantrekken van economische bedrijvigheid, waarbij Limburg het logistieke hinterland is van de haven van Antwerpen.

De Neus van Limburg kriebelt van bedrijvigheid
Lummen, Halen, Ham, Herk-de-Stad en Tessenderlo zitten vooraan in het peloton met een sterker sociaaleconomisch weefsel dan het Limburgse gemiddelde. De neus van Limburg heeft dus een sterkere economische bedrijvigheid met meer jobs en bedrijfsvestigingen over alle sectoren heen, van landbouw over industrie tot diensten. Het is dan ook niet verwonderlijk dat dit vijftal in de top 10 van gemeenten met de hoogste inkomende pendelintensiteit staat. Lummen spant de kroon: maar liefst 84,3 % van de loontrekkenden die in Lummen werken, woont in een andere gemeente. De nabijheid van de autosnelwegen E313 en E314, het Economisch Netwerk Albertkanaal (ENA) en de omliggende bedrijventerreinen Ravenshout, Zolder-Lummen en Beringen Zuid zorgen in deze vijf gemeenten niet alleen voor een sterke economische bedrijvigheid, maar ook voor een sterke pendeldynamiek. Ongeveer een derde van alle loontrekkenden in Halen, Ham en Tessenderlo woont buiten Limburg, voor Lummen is dat ruim een kwart. “Deze studie rond het grensoverschrijdend woon-werkpendelverkeer is uitermate interessant en geeft ons verrassende inzichten”, zegt burgemeester Luc Wouters (CD&V) van Lummen. Dat bevestigt ook burgemeester van Halen Erik Vanroelen (CD&V). “Verder valt het me op dat we als gemeente sterk lijken op onze buurgemeenten Herk-de-Stad en Lummen. We behoren alle drie tot de koplopers in Limburg en delen dus hetzelfde sociaaleconomisch weefsel.” Met 46.558 inwoners is Beringen de derde grootste en snelst groeiende gemeente in Limburg. De voormalige mijngemeente heeft vooral een sterke pendelrelatie met Hasselt, Heusden-Zolder en Tessenderlo. “Maar liefst 76% van de Beringenaren pendelt dagelijks naar deze buurgemeenten. Wat impliceert dat minder dan een vierde van de actieve Beringse bevolking ook effectief in Beringen werkt,” duidt burgemeester Thomas Vints (CD&V) van Beringen.

Kwetsbaar aan de Maas
Het Maasland staat voor grotere uitdagingen. De vijf Maasgemeenten hebben een minder sterk sociaaleconomisch weefsel en scoren op dat vlak onder het Limburgse gemiddelde. Kinrooi weet nog enigszins aan te klampen met de middenmoot. “We zetten sterk in op betaalbaar wonen en de uitbreiding van lokale bedrijventerreinen. Met Agropolis hopen we een meer divers jobaanbod te kunnen bieden. En met onze investeringen in en rond de jachthaven willen we de vrijetijdseconomie en horeca in onze gemeente duurzaam versterken”, aldus burgemeester Brouns. Maasmechelen, Maaseik en Lanaken hebben daarentegen een eerder lage jobratrio met gemiddeld 49 jobs per 100 inwoners op arbeidsleeftijd. Daardoor tellen deze Maasgemeenten dubbel zoveel uitgaande dan inkomende pendelaars. De grootste attractiepool voor werk ligt voor het Maasland duidelijk in Genk. Zo telt de woon-werkas Genk-Maasmechelen gemiddeld 2.194 pendelaars heen en terug.

“Onze grootste troef is onze centrale ligging met een goede ontsluiting via de E314, zowel richting Genk als Nederland en Duitsland”, bevestigt ook burgemeester Raf Terwingen (CD&V) van Maasmechelen. “Bovendien ligt Maastricht Aachen Airport op amper 8 kilometer. En bestuderen we samen met de Vlaamse Waterweg wat de mogelijkheden zijn voor een watergebonden industriezone naast de Zuid-Willemsvaart. Tot slot verwachten we veel van de ontwikkeling van het bedrijventerrein Nieuwe Bunders.”

‘Het is belangrijk dat lokale besturen partners zijn rond een aantal speerpunten zoals de tewerkstelling van jongeren en de creatie van ruimte voor investeerders.’

Marino Keulen, burgemeester Lanaken

Opvallend: uit de pendelbewegingen in het Maasland valt niet meteen af te leiden dat de nabijheid van Nederlands-Limburg voor een versterking van het economisch weefsel zorgt in de Maasregio. Je raakt dan ook tussen Maaseik en Maasmechelen de Maas niet over, tenzij via het veerpont in Meeswijk. Vanuit Kinrooi en Lanaken is dat duidelijk makkelijker: daar pendelt een kwart van de inwoners richting een job in Nederland. “Lanaken is de grote pendel van werknemers richting Maastricht en omgeving”, zegt ook burgemeester Marino Keulen (Open Vld) van Lanaken. “Daarnaast denk ik dat het belangrijk is dat de lokale besturen partners zijn rond een aantal speerpunten zoals tewerkstelling van jongeren en creatie van ruimte voor investeerders.” Toch zal het beleid oog moeten hebben voor dit kwetsbare oosten en er een specifieke strategie moeten uitrollen, oordeelt POM Limburg. De ontsluiting richting Hasselt, Genk en Duitsland kan hierbij nog beter worden uitgespeeld.

Tinder gold

Wonen in het groen en werken in de stad. Of hoe je het beste van twee werelden ook in Limburg kan combineren. Die groene stadsrand levert ook heel wat arbeidskrachten op.

Het sterkste sociaaleconomisch weefsel tekent zich af rond Hasselt. Tinder Gold, zeg maar. Woongemeenten zoals Alken, Diepenbeek, Lummen en Zonhoven zijn sterk verbonden met de economische activiteit in de provinciehoofdstad en hebben een bovengemiddeld sociaaleconomisch weefsel. De werkloosheidsgraad en het aandeel laaggeschoolde werkzoekenden is er het laagst. Deze kleinere gemeenten worden meegetrokken door de economische aantrekkingskracht van de hoofdstad en vormen zo een ‘gouden cirkel’ rond de hoofdstad. Ze halen voordeel uit de centrumfunctie van Hasselt, maar kampen niet met stedelijke problemen. Andersom zijn ze een wingebied voor arbeidskrachten. Op die manier ontstaat er een economische symbiose tussen de gemeenten.

Rijke periferie rond Hasselt
Met ruim 2.300 dagelijkse pendelaars is de as Hasselt-Zonhoven de vijfde belangrijkste woon-werkas in Limburg. Bijna 1 op de 4 loontrekkenden in Zonhoven werkt in de hoofdstad. De gemeente van ruim 21.000 inwoners hoort samen met Diepenbeek tot het regionaal stedelijk gebied Hasselt-Genk. Samen met de goede ontsluiting is het de ideale uitvalsbasis voor veel tweeverdieners. Vier gewestwegen doorkruisen Zonhoven richting Hasselt, Genk, Heusden-Zolder en Houthalen-Helchteren. De gemeente is de thuishaven van enkele grote ondernemingen en heeft een sterk winkel-, onderwijs- en dienstenaanbod. Dat maakt dat Zonhoven – na Hasselt – de tweede grootste werkgever is voor Zonhovenaren. Ook Alken zit mee in de slipstream van Hasselt. Via de expresweg N80 en het treinstation kan je er makkelijk richting de hoofdstad pendelen. Meer dan 1.000 Alkenaren hebben een job in de centrumstad. Toch vinden ook heel wat inwoners een job in de eigen gemeente. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de gemeente een lage werkloosheidsgraad kent en heel wat tweeverdieners telt. De inwoners van Alken hebben op Hasselt na het hoogste gemiddeld inkomen van Limburg.

Diepenbeek midden het bed
Diepenbeek ligt dan weer in het midden van het bed tussen Hasselt en Genk. Een kwart van de Diepenbekenaren vindt werk in de provinciehoofdstad, een vijfde in Diepenbeek en een op de zeven heeft een job in Genk. De gemeente haalt dus niet alleen voordeel uit de stedelijke rand rond Hasselt en Genk, maar zorgt zelf ook voor economische bedrijvigheid. Ook Hasselaren en Genkenaren vinden er werk. Diepenbeek maakt deel uit van het Economisch Netwerk Albertkanaal. Samen met de KMO-zone, ambachtelijke zone en het lokaal bedrijventerrein heeft de gemeente een uiteenlopend aanbod voor wie er wil ondernemen.

Daarnaast trekt de campus in Diepenbeek met de Universiteit Hasselt en de Limburgse hogescholen PXL en UCLL niet alleen studenten aan, maar ook onderwijsjobs en bedrijvigheid. “Diepenbeek wil graag haar goede werking en kennis delen met de buurgemeenten, zodat die kunnen leren van de vele dingen die we goed doen in Diepenbeek”, zegt Rik Kriekels (N-VA), burgemeester van Diepenbeek. “Anderzijds willen wij bij hen ook leren van wat zij eventueel beter zouden doen dan wij. Het kan het sociaaleconomisch weefsel van Diepenbeek, dat al prima is, alleen nog maar versterken.”

Drones boven de hoofdstad van Haspengouw
Als we de pendeltrajecten in één richting onder de loep nemen, dan valt op dat de woon-werkas Hasselt-Sint-Truiden sterk is toegenomen. Sint-Truiden nestelt zich dus naast de twee Limburgse centrumsteden als economische aantrekkingspool. De hoofdstad van Haspengouw telt een hogere inkomende dan uitgaande pendel. Ruim 45% van de Truienaren woont en werkt in eigen stad. De jobratio ligt in Sint-Truiden ver boven het Vlaamse en Limburgse gemiddelde. “Wij bouwen aan een Sint-Truiden waar het aangenaam is om te wonen, werken en te ontspannen”, vertelt burgemeester Veerle Heeren (CD&V) van Sint-Truiden. “Dankzij een sterk verankerde maakindustrie en diverse arbeidsmarkt, krijgen veel inwoners de mogelijkheid om in eigen stad te werken, wat zorgt voor minder pendeltijd en meer kwalitatieve vrije tijd. Als economische aantrekkingspool biedt Sint-Truiden jobmogelijkheden voor een diverse groep werkzoekenden, wat de sociale diversiteit in de stad ten goede komt.”

Ook tussen Sint-Truiden en Borgloon is er een sterke pendelas. “Dat pendelverkeer is volgens mij gekoppeld aan het fruit en de bijhorende verplaatsingen naar de veilingen in beide steden”, verklaart burgemeester Eric Awouters (Open Vld) van Borgloon. “Het onderzoek stelt dat Borgloon een hoge werkzaamheidsgraad heeft en weinig werkloosheid telt. Dat is voor mij als burgemeester geen verrassing. Onze stad ligt centraal tussen Sint-Truiden, Hasselt en Tongeren. Veel inwoners pendelen dagelijks voor hun werk naar één van deze drie steden. Daarnaast zijn wij een typische fruitgemeente met veel kleine zelfstandigen, die seizoensgebonden tijdelijk veel werknemers tewerkstellen.”

Waarom Hasselt en Genk zo sterk van elkaar verschillen

Hasselt en Genk zijn ontegensprekelijk de economische hoofdrolspelers in Limburg. Toch stelt het onderzoek vast dat beide centrumsteden erg van elkaar verschillen.

Heeft een fusie tot bipool Hasselt-Genk potentieel? De studie van POM Limburg stelt vast dat het economisch weefsel van de twee steden sterk verschilt. Hasselt is vooral een dienstenstad, terwijl Genk zich vooral profileert als industriestad en logistieke poort.Dat weerspiegelt zich ook in het sociaaleconomisch weefsel van beide centrumsteden. Hasselt typeert zich als centrum voor werk: het aantal jobs en bedrijfsvestigingen ligt er hoog in verhouding tot het aantal inwoners. Hasselt is de enige Limburgse gemeente met een jobratio boven de 100. Dat wijst er op dat Hasselt niet genoeg inwoners op arbeidsleeftijd heeft om alle jobs op haar grondgebied in te vullen. Hierdoor wordt de hoofdstad een aantrekkingspool voor hoogwaardige arbeidskrachten van buiten de gemeente. Sociaaleconomisch lijkt Hasselt sterker op Sint-Truiden, dan op Genk.

Genk kent dan weer veruit de laagste werkzaamheidsgraad van de provincie. De kansarmoede, de vroegtijdige schooluitval en de werkloosheidsgraad liggen er hoger. De centrumstad telt relatief veel jobs en bedrijfsvestigingen in verhouding tot het aantal inwoners, maar er is een duidelijke mismatch tussen vraag en aanbod van competente arbeidskrachten. Het aandeel laaggeschoolde en allochtone werkzoekenden ligt er hoog. Het is dus niet onlogisch dat Genk heel wat werknemers uit de omliggende gemeenten aantrekt om de vacatures in te vullen. Het hoogste positieve pendelsaldo in Limburg staat op naam van Hasselt en Genk. Beide centrumsteden zijn dus niet alleen een belangrijk economisch knooppunt, maar ook een aangename werkplek voor de eigen inwoners. Ruim 45% van de Hasselaren en Genkenaren woont en werkt in eigen stad.

Sterkste pendelas
Hasselt en Genk centraliseren ook heel wat overheids- en onderwijsjobs. Ze hebben met voorsprong de hoogste werkgelegenheid, waardoor ze een economische aantrekkingspool zijn voor hoogopgeleide werknemers uit de omliggende gemeenten. Dat blijkt ook uit de analyse van de pendelbewegingen in Limburg. De bipool Hasselt-Genk concentreert maar liefst negen van de tien belangrijkste pendelstromen in de provincie. Enkel de as Pelt-Lommel is een buitenbeentje en staat los van de dominante hoofdstedelijke as. De assen Hasselt-Genk, Hasselt-Diepenbeek, Hasselt-Sint-Truiden, Hasselt-Zonhoven, Genk-Oudsbergen, Hasselt-Heusden-Zolder, Genk-Maasmechelen en Genk-Houthalen-Helchteren zijn samen goed voor ruim 31.000 pendelaars. Daarbij valt op dat de assen Genk-Hasselt en Hasselt-Sint-Truiden de voorbije jaren het sterkst zijn toegenomen. Dit onderzoek laat duidelijk zien dat Hasselt en Genk op het vlak van rekrutering van de juiste arbeidsprofielen sterk op elkaar zijn aangewezen, maar daarnaast elk een eigen periferie hebben, waarbij Diepenbeek in de liefde van beide deelt.

Ieder zijn vriendjes
Hasselt en Genk zijn elk trekker van een eigen en sterk perifeer ecosysteem. Daarnaast valt op dat de pendelbewegingen vanuit het Maasland richting Genk duidelijk in opmars zijn. Zo is het aantal pendelaars vanuit Lanaken en Maasmechelen de afgelopen jaren het sterkst gestegen. Een sterk economisch plan voor Limburg vertrekt dus best vanuit de wetenschap dat Hasselt en Genk niet één ecosysteem zijn, maar elk ook een eigen ecosysteem delen met andere gemeenten. Dat biedt opportuniteiten om op economisch vlak in een aantal kleinere regio’s waar de uitdagingen hetzelfde zijn, de krachten te bundelen en elkaar op die manier te versterken.

‘Onze economische troeven moeten we blijvend uitspelen om onze sociale uitdagingen aan te gaan.’

Steven Vandeput, burgemeester Hasselt

Economische tandem
Die regionale samenwerking doet geen afbreuk aan de hoofdrol die Hasselt en Genk spelen. Beide centrumsteden blijven de belangrijkste economische tandem in Limburg. “Met de hoogste economische activiteit en meeste bruto toegevoegde waarde per inwoner is Hasselt de economische motor van Limburg”, stelt Steven Vandeput (N-VA), burgemeester van Hasselt. “Met een jobratio van boven de 100 zijn we ook een aantrekkingspool waardoor we blijvend moeten investeren in mobiliteit van en naar andere aantrekkingspolen binnen onze provincie. Onze economische troeven moeten we blijvend uitspelen om onze sociale uitdagingen aan te gaan.” De economische veerkracht van Limburg uit zich ook sterk in Genk. “Het onderzoek toont aan dat Genk nog steeds één van de economische sterkhouders van onze provincie is”, zegt burgemeester Wim Dries (CD&V) van Genk. “De sluiting van de Ford in 2014 had diepe wonden geslagen, maar in minder dan zeven jaar hebben we die schade ruimschoots goed gemaakt. Genk scoort momenteel immers als één van de beste in de economische bedrijvigheid. Dat Genk een aantrekkelijke werkplek is, blijkt ook duidelijk uit het positieve pendelsaldo. We hebben niet alleen jobs voor onze eigen inwoners, bovendien trekken we ook werknemers over heel de provincie aan. We zijn fier op wat we al bereikt hebben, en willen deze trend verderzetten.”

‘We hebben niet alleen jobs voor onze eigen inwoners, bovendien trekken we ook werknemers over heel de provincie aan.’

Wim Dries, burgemeester Genk

Als we onze economie willen versterken en versnellen zullen de Limburgse steden en gemeenten moeten samenwerken. En is die samenwerking niet iets waar uitgerekend Limburgers ongelooflijk in uitblinken?

Abonneer je op POMblad!

POMblad in de toekomst ontvangen? Laat dan hieronder je gegevens achter.

Abonneren is gemakkelijk en gratis.

Na het achterlaten van je gegevens krijg je POMblad elke zes maanden automatisch in de brievenbus.

 

  • (Optioneel)
  • (Optioneel)
  • Sectie-einde

  • Sectie-einde

  • This field is for validation purposes and should be left unchanged.
© POM Limburg 2024
POM Limburg voert het sociaaleconomisch beleid van de provincie Limburg uit.
limburg

Wij maken gebruik van cookies of gelijkaardige technologieën (bv. pixels of sociale media plug-ins) om o.a. uw gebruikservaring op onze website zo optimaal mogelijk te maken. Daarnaast wensen wij analyserende en marketing cookies te gebruiken om uw websitebezoek persoonlijker te maken, gerichte advertenties naar u te verzenden en om ons meer inzicht te geven in uw gebruik van onze website.

Gaat u ermee akkoord dat we cookies gebruiken voor een optimale websitebeleving, opdat wij onze website kunnen verbeteren en om u te kunnen verrassen met advertenties? Bevestig dan met "OK".

Wenst u daarentegen specifieke voorkeuren in te stellen voor verschillende soorten cookies? Dat kan via onze cookie policy. Wenst u meer uitleg over ons gebruik van cookies of hoe u cookies kan verwijderen? Lees dan onze cookie policy.